Zicht op vrijheid in de woestijn

Ver van elkaar verwijderd en ver van de bewoonde wereld: dat is de situatie van de Nederlandse gevangenen die geestelijk verzorger Fieke Dijkstra bezoekt. Een indringend verslag van haar reis langs detentiecentra in Californië: ‘Het leven van de mensen die ik binnen de muren bezoek, lijkt op de woestijn buiten.’

Dag 1: urenlang rijden door een kale vlakte
Als geestelijk verzorger voor Epafras valt het zuiden van Californië onder mijn verantwoordelijkheid. Daar bezoek ik vijf personen, die niet bij elkaar in de buurt gevangen zitten. ‘s Ochtends vroeg vertrek ik uit San José voor een vier uur durende autorit naar de eerste gevangenis. Eerst rijd ik over de Interstate 5 door de vruchtbare San Joaquin Valley. Hoe zuidelijker ik kom, hoe meer het landschap verandert in woestijn. De snelweg snijdt een steeds kaler wordende vlakte in tweeën. Nadat ik de afslag naar mijn eerste bestemming heb genomen, klimt mijn auto over duinachtige zandheuvels naar een olieraffinaderij op de top. Overal in deze ‘duinen’ word ik verwelkomd door talloze jaknikkers. Als ik voorbij de raffinaderij ben, kijk ik uit op een kale vlakte met in de verte een eenzaam plaatsje. De auto kronkelt weer naar beneden en in het dorpje aangekomen rijd ik naar de gevangenis, nadat ik eerst een hapje gegeten heb. Het gebouw ligt aan de rand van het dorp op een industrieterrein. Na mijn bezoek hier rijd ik nog ruim drie uur door naar Ontario, een plaatsje ten oosten van Los Angeles. Het is bloedheet als ik op Interstate 5 over de Grapevine pas rijd, dwars door de bergen van het Angeles National Forest. Ik ben niet alleen, Interstate 5 is een belangrijke truckroute. Ik overnacht in een hotel in Ontario.

Dag 2: Meedogenloze hitte
De volgende dag bezoek ik twee mensen in twee verschillende randsteden van Los Angeles, allebei grenzend aan de eindeloze Mojave woestijn. Ondanks dat het landschap hier weids is met een verre horizon, zien deze gevangenen er niets van. Hun enige uitzicht is muren en hekken, prikkeldraad en wachttorens. Terwijl zij buiten zijn in deze uitgestrekte vlakte, zijn ze ingesloten binnen de muren. Er is geen horizon, geen zonsopgang, geen zonsondergang. De laatste gevangenis is weer drie uur rijden naar het oosten, op de grens met Arizona. Tussen mijn vertrek de volgende dag en de aankomst daar, zie ik alleen zand en rotsen, zinderend in het felle zonlicht. De lucht is zo heet dat de horizon trilt. Wat er aan de horizon opdoemt, een rots, een eenzaam gebouw, een benzinestation, lijkt in de meedogenloze hitte een fata morgana. Hier wonen geen mensen, het is 46 graden. De wegen in dit gebied zijn, in tegenstelling tot de Interstate, verlaten. Af en toe een truck of een auto. De plaatsen Palm Springs en Indio bestaan dankzij oasen met palmbomen en cactussen. Dichter bij deze plaatsen is er meer verkeer. In Palm Springs stop ik om te eten in een ‘all-American diner’. Na nog een paar uur rijden verschijnt ook de gevangenis in de verte als een fata morgana, een eenzaam complex, nergens dichtbij. Het dichtstbijzijnde teken van de bewoonde wereld is een half uur verder: een klein, armoedig dorp op de grens met Arizona. Hier overnacht ik de tweede avond.

Niemand is alleen, maar iedereen is eenzaam
Het leven van de mensen die ik binnen de muren bezoek, lijkt op de woestijn buiten. Iedere persoon is uniek in heel verschillende situaties. Toch zijn er gemeenschappelijke rode draden die door het leven in de gevangenis van ieder van hen lopen. De droogte en dorheid van de woestijn symboliseert de benauwende eentonigheid van de dagelijkse sleur, de verveling en de kleurloze routines. De verlaten vlaktes symboliseren de eenzaamheid, het afgesneden zijn van alles en iedereen, het gebrek aan contact met familie en vrienden. Voor sommigen is het de afstand die regelmatig bezoek belemmert, voor anderen is het een gedwongen breuk met de mensen om wie ze het meest geven. In deze vaak overvolle gebouwen is iemand nooit alleen; in een cel met twee mensen of een slaapzaal met stapelbedden bestaat het woord privé niet. Niemand is alleen, maar iedereen is eenzaam. Al deze gevangenen zijn door een periode van depressie gegaan of zitten daar nog middenin. Eenzaamheid is moeilijk te compenseren, maar toch lukt het soms, door bezigheden te vinden die enig perspectief geven. De onvruchtbaarheid van de woestijn komt overeen met het gevoel van nutteloosheid. Voor creativiteit is niet veel ruimte. Het werk in de gevangenis is simpel. Het zijn onderbetaalde banen zoals schoonmaker, keukenhulp of kapper. Er zijn wel klassen en groepen waarvan vrijwel iedereen gebruikmaakt. Voor sommigen is het belangrijk zich voor te bereiden op een naderende vrijlating, voor anderen, die daar nog lang niet zijn, is het tijdverdrijf.

Vrijheid, terwijl er geen vrijheid is
Toch zijn er in deze dorre levens nog oases te vinden. Voor bijna ieder van de mensen die ik bezoek, is geloof een oase. Twee gevangenen voelen zich gesterkt in de traditie waarin ze zijn opgegroeid. Een ander is bekeerd tot messiaans jood, weer een gevangene leeft volgens de boeddhistische traditie. Dan is er nog iemand die niet veel meer heeft met religie, maar wel met spiritualiteit. Allen zijn ze heel bewust bezig met hun geloof, en putten er kracht uit, met name als ze zelf niet zo sterk zijn. Op de uitzichtloze dagen, wanneer de toekomst bleek en onzeker is, putten ze hoop uit bidden, de Bijbel lezen en mediteren. Voor de meesten is de persoonlijke geloofsbeleving belangrijker dan een kerkdienst. Het geeft hier een gevoel van vrijheid, terwijl ze niet vrij zijn. Er is nog een oase, en dat is een bezoek van een geestelijk verzorger van Epafras. Uit eigen ervaring heb ik gezien hoe belangrijk deze connectie is. Het gaat niet alleen om het contact tijdens een bezoek. De relatie gaat door en wordt zelfs sterker door brievenwisselingen. In een buitenlandse woestijn is het contact als een frisse Nederlandse zeebries die deze Mojave-hitte even wegblaast. Herinneringen aan jeugd en vrijheid komen weer boven. Het vaak onderdrukte verlangen naar vrijheid wordt opgepord, vermengd met angst en onzekerheid. In de koude beslotenheid tussen de muren hebben gevangenen soms beelden van een horizon, buiten in de hitte. Daar zien ze het einde van de straf. Soms lijkt dit beeld van vrijheid op een fata morgana, want zo vrij ben je vaak niet. Na een lange detentie krijg je te maken met complicaties. Soms is dat gedwongen deportatie. Of je moet alles op alles zetten om een legale status te krijgen. Je moet zorgen voor een dak boven je hoofd en het je de taal eigen maken. Maar hoe groot de complicaties ook zijn, zicht op de vrijheid betekent sowieso een begin van een nieuw leven.