‘ Een gesprek van hart tot hart’

Ooit geadopteerd door Nederlandse ouders woont de van oorsprong Griekse Maarten Verhoef sinds drie jaar weer in zijn geboorteland. Hij bezoekt er als geestelijk verzorger ook de gevangenissen. Hoe dat gaat vertelt een jonge gedetineerde van nog geen 21 jaar.

Stomverbaasd was ik’, vertelt de jonge gedetineerde. ‘Dat de bezoeker van Epafras tien keer zo lang onderweg was als het gesprek duurde. Heel bijzonder.’ Volgens Griekse begrippen is ze nog minderjarig, maar ze zit al langere tijd vast. Opgepakt met ‘foute bagage’. Ver weg van vrienden en familie. Een andere taal, andere gewoonten en vast tussen vier muren. Er was overleg met een advocaat en met de Nederlandse ambassade. Ze is ook dankbaar voor de Reclassering die haar bezoekt. ‘Ik ben heel blij met ieder bezoek dat ik krijg. Wat het verschil maakt met de Geestelijk Verzorger, is dat die gesprekken steeds weer de diepte in duiken. Niet alleen over de dagelijkse gang van zaken in de gevangenis, maar juist ook over hoe ik me voel. Hoe het is als het stil om me heen wordt in de avonden in de gevangenis.

‘Ik ben heel blij met ieder bezoek dat ik krijg’

Kijk, met al die meiden is er altijd wel een gesprek hier op de vrouwenafdeling. Maar aan hen vertel ik niet echt wat ik van binnen voel. De Geestelijk Verzorger vraagt daar steeds wel naar. Momenteel voel ik me heel erg onzeker. Want ik zou vrijkomen en nu blijkt dat ik mogelijk wel de gevangenis mag verlaten, maar Griekenland zelf niet. En ik ben het zat. Ik wil naar huis. Naar mijn vader die op me wacht. En mijn kleine broertje die niet snapt waar ik blijf. Het kan zomaar zijn dat ik op straat beland en dat er nog een boete is die ik moet voldoen. Geen idee hoe, want geld heb ik al helemaal niet.’

Gesprekken met inhoud
Onzekerheid, vaagheid, afwachten. Hoop en wanhoop. Alle emoties wisselen elkaar steeds af in de afgelopen jaren, bleek tijdens de bezoeken. ‘Ik geloof dat God een plan heeft met alles wat er gebeurt, een doel. Alleen snap ik het allemaal niet zo goed. Natuurlijk moet ik geen “foute vrienden” meer om me heen verzamelen. Zeker niet als ik straks weer vrijkom en in Nederland ben. Dan wil ik echt gaan studeren, mijn eigen zaak opstarten en nog veel meer. Maar nu ben ik soms de hoop kwijt. Gelukkig schrikt de Geestelijk Verzorger daar niet van. Sterker nog, hij vraagt door en laat me zoeken naar antwoorden. Zodat ik weer rust krijg en een focus op de toekomst. Hij zegt ook steeds: “Zie op God en niet op je omstandigheden. Dus houd je daar aan vast. Ik kom steeds weer bij je terug om het gesprek met je aan te gaan tot de laatste dag dat je vastzit.” Gaaf is dat. Dat eerste gesprek was eigenlijk best bijzonder. Ik had gelezen in het blad Comeback, dat speciaal gemaakt wordt voor Nederlandse gevangen in het buitenland, dat er bezoeken mogelijk waren. Gesprekken met inhoud. Een lach en een traan. Onze

‘Hij heeft me steeds weer laten zien dat ik er een maatje bij had gekregen’

Geestelijk Verzorger verzekerde mij dat dit niet de laatste keer zou zijn. Hij heeft zijn woord gehouden en komt keer op keer, ondanks de lange reis. En steeds weer kan ik weer verder na zijn bezoek. De eerste keer moest ik aan hem wennen. Hij stelde open vragen, over dingen die ik niet snel vertel. Maar ik voelde me veilig bij hem en hij was nooit echt in shock van alles wat ik uit heb gespookt. Hij heeft me steeds weer laten zien dat ik er een maatje bij had gekregen. Goed, ik zat natuurlijk vast en hij vertrok weer na het bezoek, maar ik wist dat ik niet vergeten werd.’

Dingen die je echt raken
‘Ik denk dat het goed is dat iemand je met regelmaat bezoekt en ziet en voelt wat je gemoedstoestand is. Iemand waar je in vertrouwen je gedachten mee kan delen. Ook over dingen die je echt raken. Het gemis van geliefden, de eenzaamheid op zaal, de soms lastige omstandigheden in de gevangenis. Dat had ik niet willen missen de afgelopen periode. Misschien moeten sommige gedetineerden hun schroom om een gesprek aan te vragen over boord zetten. Ook echt tof van ons contact vond ik dat ik tussen de bezoeken door ook wel eens Nederlandstalige lectuur opgestuurd kreeg. Dat was steeds weer een geweldige verrassing. Lekker Nederlandse dingen lezen. Boeken zonder kaft want het pakje moet zacht zijn, en ook tijdschriften. Soms praatten we later nog door over de dingen die ik gelezen had. Gesprekken van hart tot hart. Ik kan het iedere gedetineerde aanbevelen. Het heeft me er doorheen gesleept.’