Vriendelijkheid, verhalen en verbinding

Ze is theologe, werkte in het welzijn, in de diaconie en in het onderwijs. De nieuwe directeur van Epafras heet Nienke van Dijk. We stellen haar voor aan de hand van de drie V’s die volgens haar typisch zijn voor Epafras. Vriendelijkheid, verhalen en verbinding.

Vriendelijkheid
‘De naam Epafras betekent ‘vriendelijk’. De naam is verbonden met de naam Aphrodite, de godin van de liefde. Epafras bezoekt mensen die vastzitten in het buitenland. Een mooi gebaar van menselijkheid. We zijn er eerst en vooral om te luisteren, ook naar de verhalen achter het misdrijf. Het gaat bij ons om het contact met de mensen, we zijn géén rechters.’
Nienke van Dijk, de nieuwe directeur van Epafras, is een vrouw met ervaring in het besturen, in het helpen van anderen en in het begeleiden van mensen die anderen helpen. In haar leven blijkt het steeds weer te gaan om de mensen. Ze studeerde theologie, en als je haar vraagt wat belangrijker is: God of medemens, zegt ze: ‘God ontmoet je onder de mensen’.

‘ Het gaat bij ons om het contact met de mensen, we zijn géén rechters’

Betrokkenheid bij anderen kreeg ze met paplepel ingegoten. ‘Mijn stiefvader werkte bij de kinderbescherming. Aan tafel hoorden we zijn verhalen, over verwaarlozing, mishandeling en ook over jeugdgevangenissen. Hij veroordeelde de mensen nooit. Hij is voor mij altijd een voorbeeld geweest.’ In het verleden werkte Nienke onder meer bij STEK, een Haagse organisatie die stad en kerk verbindt. STEK doet veel voor vluchtelingen. Daar, en ook in de banen die ze daarvoor had, kwam ze in aanraking met mensen aan de randen van de samenleving. Ook met gedetineerden. ‘Ik hou niet van het ál te geregelde’, zegt ze daarover. ‘Ik ben benieuwd naar de verhalen van mensen waarbij niet alles goed gaat. De grenzen tussen ‘gewoon’ en ‘ongewoon’, tussen ‘boef’ en ‘braaf’ zijn dun. Maar over die grens gaan heeft grote gevolgen. Voor jezelf, je familie, je kinderen. Het zijn vaak heftige verhalen. In bijna mijn hele werkzame leven heb ik die opgezocht. Slachtoffers van mensenhandel en mensen die geweld plegen. Inbrekers, maar ook bijvoorbeeld een vrouw die haar eigen kind had omgebracht. Je praat dan over schuld, over verantwoordelijkheid en soms over vergeving. Hoe kun je iets goedmaken?’
Bij Epafras komen de vaardigheden uit haar verleden goed van pas. Andersom ziet Nienke van dijk in Epafras de organisatie die haar past als een jas. Haar motivatie voor het werk bij Epafras vat ze samen in drie V’s. ‘de V’s van Vriendelijkheid, van Verhalen, en van Verbinding tussen Nederland en gedetineerden in het buitenland.’

Verhalen
‘Mijn vader verongelukte toen ik vier was. Dat was ingrijpend voor ons gezin. We geloofden dat hij in de hemel was en baden vóór hem, maar ook naar hem. ‘Onze Vader die in de hemelen zijt…’. Als kind beleefde ik dat zo. Mijn moeder was gelovig en kritisch. Toen de dominee zei dat de dood van mijn vader de wil van God was, werd ze verschrikkelijk boos. Dat heb ik nog altijd op mijn netvlies staan. Ze was nooit boos! Ze zette de dominee de deur uit. Mijn verhouding met de kerk lijkt op die van mijn moeder. Gelovig én kritisch. Toch heb ik de wereld van kerk en geloof altijd weer opgezocht. Ook daar trok ik graag op met mensen aan de rand van de kerk: je bent binnen en soms buiten. Ik vind het belangrijk dat in de kerk ook de andere verhalen klinken dan die uit de eigen kring. Ik geloof in een bevrijdende God, niet in een God die je kopje onder duwt. De God die mensen uit slavernij en gevangenschap leidt. Ook nu zijn er situaties van slavernij, van verslaving, van geweld. Daar is ook een link met gedetineerden.’
Over de verhalen: ‘Ik heb theologie gestudeerd, maar wilde geen dominee worden. Ik hield van de Bijbelverhalen en wilde ze graag beter begrijpen. Waren er nog andere dingen te lezen en te horen dan ik vroeger geleerd had? Intussen ben ik soms toch voorganger in een kerkdienst. Bij uitvaarten bijvoorbeeld, dat is mooi werk: met elkaar verhalen vertellen over een mensenleven. Als dat eerlijk en waardig gebeurt, troost dat. Ook daar zie je dat wat er ook in een leven is gebeurd, een scheiding of ander verdriet: er is altijd een verhaal, een reden, een verleden. Soms hoor je wel vreemde verhalen. Bijvoorbeeld van de inbreker die, voordat hij op strooptocht ging, altijd bad om vergeving. Dan was dat maar vast geregeld.’
Verhalen zijn er volop bij Epafras. ‘Daarom ben ik ook blij met het schrijf-project van Epafras. eén van onze geestelijk verzorgers reageert op de brieven van gedetineerden. Elke dag als ik binnenkom zie ik een stapel luchtpostbrieven, van gedetineerden uit de hele wereld. Waar zie je dat nog? Geweldig!’

Verbinding
De verbinding tussen Nederland en de rest van de wereld, is reden nummer drie waarom Nienke het werk van Epafras mooi vindt. ‘Het begeleiden van de terugkeer naar Nederland is nuttig werk. Sommige mensen hebben jaren vastgezeten. Ze weten niet meer naar welk land ze terugkeren. Daarin kunnen onze geestelijk verzorgers hen ondersteunen. Met onze geestelijk verzorgers kun je over alles praten. Over de omstandigheden waarin je vastzit, over de straf, over schuld en schaamte, de relatie met het thuisfront, herstel én terugkeer. Soms gaat het ook over het herstel van verbroken relaties. Er zijn families die afstand nemen van een gedetineerde. Ze zijn teleurgesteld en geschokt. Dat kan voor altijd zijn, maar soms kan het contact hersteld worden. Kinderen willen vaak wel contact. Soms is het ook voor kinderen belangrijk dat je laat merken dat je een fout hebt gemaakt’. ‘We werken tegenwoordig met geestelijk verzorgers die ter plaatse wonen en werken. Dat heeft voordelen: ze spreken behalve

‘ elke dag als ik binnenkom zie ik een stapel luchtpostbrieven. Daar word ik blij van’

Nederlands ook vaak de taal van het land en kennen de omstandigheden. Het scheelt ook vliegkosten, geld dat we beter kunnen besteden. Maar je moet je mensen wel goed ondersteunen. Ook daarin wil ik iets betekenen. Als ik hier ooit weer wegga – en ik hoop dat dat pas is wanneer ik met pensioen ga – wil ik graag dat de hulp die wij bieden professioneel is. Dat onze mensen ter plaatse iets hebben om op terug te vallen. En dat ze goed getraind aan het werk gaan. Ik vind intervisie belangrijk: elkaar ondersteunen en van elkaar leren. Dat vraagt ook onderling openheid en verbinding. Met skype, bellen, mailen, maar ook gewoon live. Ik ben ook van plan de mensen op te zoeken.’ ‘Wellicht kan ook de samenwerking met Exodus (Nienke zit er nu nog in de Raad van Toezicht) verstevigd worden. We gaan later dit jaar met ze samenwonen in Leiden. Dus dat wordt alleen maar gemakkelijker.’