Je kunt brieven schrijven als je in de gevangenis zit, maar ook gedichten, verhalen of zelfs een boek. Waarom dat helpt, weten Rino en Amar, die beiden vastzitten in de Penitentiaire Inrichting (PI) Heerhugowaard. ‘Dankzij het schrijven ben ik mezelf en anderen gaan begrijpen.
In verschillende Nederlandse gevangenissen zijn er schrijfgroepen, georganiseerd door stichting Blocknotes, van schrijvers binnen en buiten. Ongeveer tien mensen komen elke twee weken bij elkaar en maken verhalen of gedichten. Ze doen dat op basis van een thema. Rino en Amar zitten al jaren in de oer-schrijfgroep van Heerhugowaard, de eerste van het land. Allebei zijn ze in de gevangenis schrijver geworden. ‘Weet je wat het mooie is?’, zegt Amar, ‘door te gaan schrijven maak je ruimte.’ ‘Schrijven zorgt ervoor dat je durft te veranderen’, zegt Rino. Tijdens corona kon de groep niet bij elkaar komen. Maar de mannen en hun begeleider, schrijver Christine Otten, stopten niet. Ze maakten samen met andere auteurs van buiten een boek. Het heet Gevangenispost. De schrijvers binnen werden gekoppeld aan schrijvers van buiten. Ze stuurden brieven naar elkaar, gedichten en verhalen. In Gevangenispost staat een selectie. Rino en Amar staan allebei in het boek.
Dubbellevens
‘Eigenlijk was ik altijd boos’, zegt Amar. ‘Ik had een keiharde buitenkant. Naast de criminaliteit had ik ook een goede baan – jarenlang leidde ik een dubbelleven. Voor mijn werk schreef ik harde, zakelijke brieven. Toen ik net vastzat schreef ik nog steeds van die brieven, maar nu naar de gevangenisleiding. Zo wilde ik dingen afdwingen. Ik was een veeleisende gedetineerde. Ook naar mijn vrouw en kinderen schreef ik harde brieven…’ Nu is de hardheid gesmolten. ‘Mijn vrouw zei: je brieven zijn anders geworden. Ik ben ook begonnen met het schrijven van een boek. Mijn levensverhaal. Over hoe ik in de criminaliteit terechtkwam en hoe de druk om te presteren in mijn streng religieuze familie mijn leven bepaalde.’ In zekere zin leidde ook Rino een dubbelleven, misschien wel driedubbel: ‘Ik had een baan en deed vrijwilligerswerk naast mijn activiteiten als crimineel.’
Allebei hadden ze dus iets verborgen te houden. Nu willen ze dat niet meer. In de schrijfgroep krijgen ze daar ook geen kans voor. ‘Meedoen is kiezen voor groei, voor een invulling van je leven, vooruit naar de vrijheid’, zegt Rino. ‘Zonder het schrijven had ik die stappen nooit gezet. Het werkt dus ook als therapie.’
Het is even stil. ‘Het mooie is, dat iedereen kan schrijven’, gaat Rino verder. ‘Wel moet bijna iedereen over een drempel. Je moet durven, lef hebben. Zelf dacht ik: O jee, kan ik dat wel? Meer dan Sinterklaasgedichten had ik niet geschreven. Boeken vond ik mooi, vanwege mijn werk had ik er ook iets mee te maken gehad, maar een commerciële jongen als ik was toch geen schrijver! Wel dus…’
Andere bril
Intussen komt de groep weer bij elkaar. ‘Ik ben er nu twee jaar bij, en merk steeds weer dat ik met een andere bril naar dingen kijk’, zegt Amar. ‘Naar de gevangenisstraf zelf bijvoorbeeld. Tijdens een van de bijeenkomsten schreef ik met een helikopterview over mezelf in de cel. Ik schreef over al het positieve dat er is. Het gedicht gaat daarna verder over hoe gemak je grootste vijand is. In de gevangenis hoef je niets te doen. Dat maakt je lui en vadsig. Beter is het om van de kleine dingen te genieten. Daarom somde ik ze op. Zo maakte ik ruimte in mijn hoofd en kan ik nu veel beter met mijn straf omgaan.’
Rino zit nu vierenhalf jaar bij de groep. ‘In de gevangenis word je geleefd. Er wordt ook altijd over je geoordeeld. In de schrijfgroep gebeurt het omgekeerde. Er is vertrouwen, het is veilig. We begrijpen elkaar, we denken over hetzelfde na. Je leert om dingen een plek te geven en daardoor komt er ruimte – precies zoals Amar zegt. Je moet leren omgaan met je situatie; als je dat niet kunt, blijf je een geknakt persoon. Begin mei was het Bevrijdingsdag. Het thema van die week was Verzet en bevrijding. Bevrijding in de cel: dat zet je wel aan het denken.’
Gewoon beginnen
Het kan ook zonder schrijfgroep. ‘Als je gewoon begint, komt het vanzelf’, zegt Amar. ‘Het hoeft niets hoogstaands te zijn. Inspiratie is overal. Als je geestelijk tot rust komt, wat de kunst is, ga je waarnemen wat je ziet. Als je dat doet, hoef je het alleen nog maar op te schrijven. Je waarneming is al een gedicht. Je kunt beginnen met een dagboekje waarin je aandacht geeft aan hoe je je voelt. Het is soms moeilijk, maar door te schrijven kun je het zware lichter maken, soms zelfs komisch. Ik vond het zelf lastig om terug te kijken naar het verleden. Aan nare herinneringen dacht ik liever niet. Thuis praatten wij niet over ons gevoel. Nu spreek ik over alles met mijn vrouw en ben ik me zelfs aan het omscholen tot psycholoog. Dankzij het schrijven heb ik zó veel meer begrip gekregen. Begrip van de mens en zijn drijfveren, voor gevoelens en datgene wat je meedraagt.’
Rino: ‘Wat zeker ook helpt is discipline. Ik moet mezelf dwingen aandacht te hebben. Aanwezig te zijn. Als je dat doet, zijn er geen grenzen meer. Het een leidt altijd tot het ander. De gevangenis is een plek waar je geconfronteerd wordt met jezelf. Je kunt er verharden en afstompen. Maar door te gaan schrijven kun je de schade beperken of zelfs gaan groeien. De cel is rock bottom. Vanuit de bodem van de put kun je alleen omhoog.’
Tekst: Marjolein van Rotterdam
Epafras ontvangt veel brieven van gedetineerden uit de hele wereld. De brieven die op het kantoor binnenkomen worden meestal beantwoord door een geestelijk verzorger van het correspondentieproject. Ook andere vrijwilligers schrijven soms jarenlang met gedetineerden, meestal in het Nederlands maar soms ook Spaans, Engels of in het Papiaments. Klik hier als je ook wil schrijven met een Nederlandse gedetineerde in het buitenland.