‘Als medemens kun je zo waardevol zijn, soms onbewust. Door Nederlanders in buitenlandse detentie te bezoeken kun je een boei voor hen zijn. Zeker als er vertrouwen ontstaat.’
Nienke van Dijk, 66 jaar. Doorliep de sociale academie, studeerde theologie, was actief in de kerkelijke vrouwenbeweging. Werkte binnen kerkelijke organisaties in Amsterdam en Den Haag, was ook directeur van een sociale academie. Sinds kort met pensioen.
Waarom bezoek je gedetineerden?
Het zal vast iets te maken hebben met mijn eigen leven: mijn ouders die vroeg overleden, mijn studietijd die soms ook een periode van zoeken en ‘de weg kwijt zijn’ was. Ik heb zelf ervaren hoe iemand anders een boei voor je kan zijn. Mensen die mij hun vriendschap boden, die mij de gelegenheid gaven onder woorden te brengen wat mij dwars zat. Als medemens kun je zo waardevol zijn, soms onbewust. Door Nederlanders in buitenlandse detentie te bezoeken kun je een boei voor hen zijn. Zeker als je vaker op bezoek komt en er vertrouwen ontstaat.
Waar bezoek je gevangenen?
Twee keer per jaar ga ik met mijn partner Fokke in onze camper naar Denemarken. Hij rijdt en ik doe de bezoeken. Na afloop heeft hij de koffie klaar. We reizen door het hele land, want er zijn in Denemarken veel kleine, lokale gevangenissen. Gemiddeld zitten er zo tussen de 20 à 30 Nederlanders in een Deense gevangenis, veelal voor drugsfeiten.
Waar spreken jullie over?
Mensen praten over hun leven, wat er is gebeurd. Je ziet een kant van hen die ze die niet snel aan anderen zullen tonen. Wat er allemaal aan vooraf is gegaan, de schaamte, de kwetsbaarheid. Het kan ook té kwetsbaar worden, daar moet je voorzichtig mee omgaan. Ik merk dat zij het fijn vinden om hun hart te kunnen luchten. Een vriendelijk gezicht, soms een dieper geloofsgesprek. Maar soms ook helemaal niet. Het is een contact dat wezenlijk is. Als ik wegga uit zo’n gevangenis, dan blijft zo iemand nog een tijd bij me.
Je maakt bijzondere dingen mee:
Sommige gedetineerden inspireren mij. Bijvoorbeeld een jong meisje, nog maar 19. Aanvankelijk werd zij veroordeeld tot veertien jaar cel. Zij zei: ik ben ontzettend stom geweest, maar ik grijp de kansen die ik krijg. Ze ging naar school, ze deed allerlei cursussen en programma’s. Ze werkte aan haar eigen bevrijding. Na twee jaar detentie kwam vorige week het bericht dat ze in hoger beroep is vrijgesproken.
Laatst werd ik ontvangen door een Deense bajesdominee, Louise. Ze nam me mee, de gevangenis in. Meerdere mensen vroegen of ze ook met me mochten spreken. Iemand uit Pakistan, een man uit Tunesië: ik had er de hele dag kunnen zitten. Nederland is het enige land ter wereld dat geestelijke verzorging biedt aan eigen mensen in buitenlandse detentie. Dat is echt bijzonder. Andere gedetineerden zijn jaloers. Niet alleen Epafras geeft deze mensen aandacht, maar ook de vrijwilligers van Bureau Buitenland van de reclassering en de consulair medewerkers van de ambassade.