De bewakers stuurden me steeds maar door, steeds verder de gevangenis in. Het deed me denken aan Petrus: voor hem werd gebeden om uit de gevangenis te ontsnappen. Ik kon juist naar binnen…
Erik Bakker (62) was tot z’n 39e ondernemer. Daarna werd hij, na een studie theologie, ‘gemeentestichter’. “Waar de kerk vertrokken was, daar begonnen wij opnieuw.” Sinds ruim een jaar woont hij samen met zijn vrouw op Gran Canaria.
Waar bezoek je gevangenen?
Hier op Gran Canaria heb je twee gevangenissen. In één daarvan bezoek ik Nederlanders. En ik ben ook de Epafras-vrijwilliger op Mallorca. Daar bezoek ik momenteel één Nederlander.
In mijn laatste periode in Nederland was ik in twee gevangenissen geestelijk verzorger. Ik vond dat fijn werk: het open contact met de jongens, praten over levensvragen, open staan voor geloofsvragen. Toen ik naar Gran Canaria verhuisde heb ik meteen contact opgenomen met Epafras of ze me nodig hadden.
Waarom bezoek je gedetineerden?
Ik heb altijd iets gehad met mensen in een kwetsbare positie. De eerste tien jaar van ons huwelijk hebben we zwerf- en probleemjongeren opgevangen in ons eigen huis. Later, in mijn gemeentewerk, kwam ik veelvuldig in aanraking met mensen in armoede; mensen die aan de onderkant van de samenleving bungelen. Nu ben ik er voor mensen in detentie.
Hoe zien die gevangenissen er uit in Spanje?
Verbazingwekkend goed. Ik ging eerst wat bevooroordeeld op pad, maar dat bleek onterecht. De gebouwen zijn schoon, het personeel is professioneel. Ook in de bejegening van gedetineerden.
Als geestelijk verzorger loop ik altijd met een kruis op. Op Mallorca wisten ze niet zo goed wat ze met me aan moesten. De bewakers stuurden me steeds maar door, steeds verder de gevangenis in. Plotseling stond ik tussen de gedetineerden in, die me heel vriendelijk naar de controlepost brachten. Er werd een klaslokaal leeggemaakt en voor ik het wist zat ik met de gedetineerde te praten. Het deed me denken aan Petrus: voor hem werd gebeden om de deuren van de gevangenis open te krijgen, zodat hij weg kon. Ik kon juist naar binnen …..
Waarover spreek je met die gedetineerden?
Ik vraag hoe het met ze gaat? En dan wil ik niet horen “goed”: ik wil écht weten hoe het met ze gaat. Tweede vraag is: voel je je veilig, gaat het goed met je gezondheid? Zo raken we in gesprek.
Evangeliseren hoeft helemaal niet, want ik merk dat de gedetineerden er zelf over beginnen. Dan vragen ze: waarom doet u dit werk? Dan verwijs ik naar de Bergrede en andere Bijbelgedeelten waarin staat dat je de gevangenen moet bezoeken. Dat vinden ze bijzonder. Of ze komen er achter dat ik dit onbezoldigd doe. Daar hebben we het dan over. Dat vinden ze ook heel bijzonder. Inspirerend.
Ik sluit altijd af met een gebed. Dat vraag ik netjes, maar ik heb nog nooit iemand gehad die dat niet wil. Ook als ze ongelovig zijn. Het raakt hen. Ik ben geen maatschappelijk werker. Ik ben daar namens het lichaam van Christus, namens de kerk. Als je er niks mee kan, dan luister je gewoon. Ook goed. En dat doen ze graag.
Hoe bijzonder is dit?
Het raakt gevangenispersoneel, maar ook de gedetineerden zelf, dat er vanuit Nederland zoveel geestelijke zorg is voor Nederlanders in detentie. Er is geen ander land dat dit zo doet. En dan bedoel ik niet alleen de geestelijke verzorging vanuit Epafras, maar ook het zeer waardevolle werk van de vrijwilligers van bureau Buitenland van de Reclassering. Ik werk heel goed samen met die vrijwilligers. We stemmen geregeld af, zodat we de aandacht wat verdelen.