In the picture: Aline Barnhoorn

Mijn werkmotto  bij de luchtmacht was altijd: ‘mensen helpen mens te blijven’. Ik zag dat ik bij Epafras in die lijn door kon. Dat doe ik nu al twaalf jaar.

Aline Barnhoorn, eind zestig, studeerde theologie, werkte daarna in het hervormde maatschappelijk activeringswerk, vooral gericht op de positie van vrouwen. Werd vervolgens als onafhankelijke geest binnen gehaald bij de krijgsmacht, als luchtmachtpredikant. Dat deed ze achttien jaar. Vervolgens was ze twaalf jaar vrijwilliger voor Epafras. Helaas stopt ze daar binnenkort mee.

Militairen en gedetineerden: wat zijn de verschillen?
Het klinkt misschien wat cru, maar militairen en gedetineerden lijken een beetje op elkaar. Voor beide geldt: het is veelal een mannenwereld, het is buiten de burgermaatschappij, het is een niet-kerkelijke omgeving en ze zijn heel direct, noemen de dingen bij de naam. Ja, er is wel een belangrijk verschil: als een militair mij iets vertelt dan kan ik er meestal direct van uitgaan dat het waar is … bij gedetineerden komt de waarheid vaak wat later voor de dag.

Waarom ben je vrijwilliger voor Epafras?
Ik was 56 toen ik met FLO ging: functioneel leeftijdsontslag. Veel te jong om alleen maar in de tuin te zitten. Mijn werkmotto  bij de luchtmacht was altijd: ‘mensen helpen mens te blijven’. Ik zag dat ik bij Epafras in die lijn door kon. Dat doe ik nu al 12 jaar: eerst in Noorwegen, inclusief IJsland. Later werd het Finland. Binnenkort ga ik écht met pensioen.

Welke positie hebben Nederlanders in de Finse gevangenis?
De Finnen zijn nog niet zo lang uit hun isolement gekomen. Je hebt verschrikkelijk aardige Finnen, maar vaak is het eerste antwoord op een vraag ‘NEE’, dat iets niet kan. Als geestelijk verzorger moet ik dan soms stevig in m’n schoenen staan om het wel voor elkaar te krijgen, om bijvoorbeeld wél op bezoek te mogen. Voor een gedetineerde is dat nog veel ingewikkelder. Buitenlanders worden gauw gewantrouwd en gediscrimineerd. Dat merken de gedetineerden. De taal helpt ook niet: Fins is nauwelijks te leren, maar gevangenen krijgen op hun kop als ze de regels niet opvolgen, terwijl die regels vaak alleen in de Finse taal staan aangegeven.

Wat kun je als geestelijk verzorger betekenen?
Natuurlijk kom ik daar als dominee. Dat weten ze. Het is voor mij niet vanzelfsprekend dat we het over het geloof gaan hebben, maar vaak gebeurt dat wel. Als je je in de breedte niet meer kunt ontwikkelen, dan ga je al snel in verticale richting groeien. Sommigen vragen of ik met ze wil bidden, anderen of ik ze wil zegenen. Daar staan ze in hun detentie vaak heel erg voor open.

Het doet mij wat als iemand zegt: “ik heb nu eindelijk door wat ik mijn vrouw heb aangedaan”. Die man vertelde mij dat hij dat inzicht kreeg door het bidden. Mensen erkennen dat ze een zondaar zijn, maar ze spreken soms ook uit een kind van God te zijn.
Ik weet niet wat er gebeurt als de poorten weer open gaan, misschien verdwijnt dat religieuze dan weer. Maar binnen de muren gebeuren er op religieus gebied mooie dingen. Prachtig om mee te mogen maken.

Wat maak je mee?
Soms gebeuren er dramatische dingen, die je altijd bij blijven. Maar de meeste voldoening geven de kleinere dingen, waar je mensen mooier van ziet worden. Ik had bijvoorbeeld contact met drie jonge moslimjongens die aan het radicaliseren waren. Ze wilden op een dag niet meer met mij praten, want praten met een vrouw/dominee was opeens ‘haram’. Ik ben toen naar de Finse geestelijke verzorging gegaan, wat er uiteindelijk toe geleid heeft dat zij iedere vrijdag les kregen van een imam. Om hen te leren hoe ze op een fatsoenlijke manier moslim konden zijn. Ze hadden goede intenties, maar hadden iemand nodig die hen de weg wees.  Eén van die jongens zei me later dat hij daar heel blij mee was.

Iemand zei me dat hij door God zelf bij de kraag was gegrepen, voor het echt te laat was. Die dankte God op zijn blote knieën voor zijn detentie. Weer een ander zei dat hij liever in de gevangenis zat dan buiten. Hij vond zichzelf in de gevangenis een veel aardiger kind van God. Bijzonder hé!