“Ik ben voor het eerst echt trots op mezelf”

Grote koppen in de krant. “Het aantal banen in Nederland klimt naar het hoogste niveau ooit.” “Vraag naar bouwvakkers blijft groot.” “Koks, laders, lossers zijn niet aan te slepen.” Begin 2019 zit de stemming er goed in. Een miljoen banen moeten worden opgevuld. Kansen! Maar geldt dat ook voor gedetineerden? En hoe doe je dat eigenlijk, jezelf in de cel klaarstomen voor werk? Ex-gedetineerde Marcel vertelt.

In de keet op het terrein van FC Dordrecht wordt Marcel begroet door zijn collega’s. “Gozer!” Handen worden geschud. Iemand slaat hem op zijn schouder, een ander maakt een geintje. De coördinator van de 30 mannen en vrouwen die straks de wedstrijd Dordrecht-Sparta begeleiden, turft de namen van zijn ploeg. “Marcel, jij staat straks op West, oké?”, zegt hij terwijl hij van zijn papier opkijkt. Marcel lacht. Hij vindt het prima. Een half jaar geleden kwam hij hier voor het eerst. Nu kent hij elk hoekje van de eerste divisie voetbalclub. “Ik heb het hier naar mijn zin,” zegt hij. “Ik hou van sport. Dordt verliest bijna elke wedstrijd, maar dat maakt niet uit. Je werkt hier samen met anderen. Het is altijd gezellig.”
De ploeg bestaat uit stewards en service-medewerkers. De stewards dragen gele hessen, de service-medewerkers groene. Stewards hebben een opleiding gedaan. Zij staan tijdens de wedstrijd tussen het speelveld en het publiek – met de rug naar de wedstrijd toe – en letten op of het rustig blijft. Gebeurt er wat, dan grijpen ze in. Service-medewerkers scannen de kaartjes van het publiek en blijven de hele wedstrijd in het stadion aanwezig. “Volgende week begin ik met de stewardcursus,” vertelt Marcel. “Daar heb ik echt veel zin in. Als ik die heb gedaan, mag ik alles doen.”
Marcel zit in het laatste deel van zijn detentie en woont bij Stichting De Hoop, die mensen van hun verslaving afhelpt. Tot 2021 valt hij onder de reclassering. Doet hij maar íéts fout, dan verdwijnt hij weer achter de tralies. “Toen ik nog drugs smokkelde en gebruikte, had ik geen idee wat goed leven was,” zegt hij. “Nu denk ik anders. In de gevangenis van Ecuador begon ik te veranderen. We leefden daar als beesten. Veel mensen waren ziek. Ik dacht: wat ben je aan het doen met je leven? Ik wilde veranderen en bad voor nog één kans.”

Werk via sport
De kans kwam. Na twee derde van zijn straf voor drugssmokkel in Ecuador te hebben uitgezeten, kwam Marcel naar Nederland. Hij werd gedetineerd in Lelystad. Daar begon hij te werken bij de facilitaire dienst. “Ramen zemen, wc’s schoonmaken, stofzuigen, alles. Ik ging ook leren om het certificaat te halen. Nu doe ik dat werk bij De Hoop, waar ik later dit jaar ook voorlichter ga worden. Dan ga ik scholen langs als ervaringsdeskundige. Daarnaast werk ik hier bij FC Dordrecht.”
Bij de voetbalclub kwam Marcel terecht dankzij het project Werk Via Sport. Dat helpt (ex-) gedetineerden in samenwerking met sportverenigingen aan werkervaring. Ruim 200 gedetineerden plaatsten ze de laatste 4 jaar. Daarvan zijn er 68 doorgestroomd naar betaald werk. Vaak via de mensen van de sportvereniging waar ze ervaring opdeden.
Als het aan Marcel ligt gebeurt dat met hem ook. “Een echte baan is mijn droom. Als het aan mij ligt, blijf ik de rest van mijn leven aan het werk. Bij de vuilnisophaaldienst bijvoorbeeld. Achter op de wagen, of als ze me willen helpen met het halen van mijn rijbewijs, ook achter het stuur. Of als slager. Dat was ik vroeger op Curaçao ook. Dat werk kan ik bij wijze van spreken met mijn ogen dicht.”
Als we door het stadion lopen, zegt hij: “Ik ben nu zó sterk. Van het weinige geld dat ik krijg, spaar ik zelfs wat. Wie had dat gedacht! Als drugssmokkelaar heb ik vaak veel geld gehad, maar hier, in mijn hoofd, was het leeg en in mijn hart voelde ik niks. Nu heb ik een vol hoofd en is mijn hart genezen. Ik ben voor het eerst echt trots op mezelf.”

Nee is geen optie
Ook al zit je nog binnen, je kunt al iets doen om straks buiten een baan te vinden. Wat? Het kortste antwoord op deze vraag: veel! Het iets langere antwoord: Bedenk eerst wat je wilt en kunt. Vraag je hierbij altijd af: is mijn Nederlandse taal in orde? Schrijf ik de taal zonder fouten? Is dat niet zo, dan is het goed om te weten dat je in de cel een gratis cursus kunt doen. Er is een stichting in Nederland, EABT (Educatie achter buitenlandse tralies), die je hieraan kan helpen. Met een cursus van 10 lessen spijker je je Nederlands bij. Vrijwillige docenten helpen je bij het huiswerk. Op het intakeformulier dat de medewerker van de ambassade meeneemt, kun je al aangeven dat je wilt leren.
Tijdens je detentie is het ook een goed idee op een rijtje te zetten welke werkervaring je hebt, welke diploma’s en getuigschriften, en welke vaardigheden. Elk getuigschrift is meegenomen. Leren terwijl je bromt is daarom misschien wel het allerbeste idee. Wie zijn tijd in de cel gebruikt om te leren, is in het voordeel. Hij of zij krijgt meer diploma’s of getuigschriften, en houdt zijn hersenen fit. Als je je spieren niet traint, veranderen ze in vet, en als je je hersencellen niet traint, worden ze lui.
Ook voor een cursus kan de stichting EABT zorgen. Frans Lemmers richtte de stichting precies 15 jaar geleden op, en al snel vroeg hij Henk van der Leest erbij. Allebei hadden ze voor de Reclassering gewerkt en waren ze met vervroegd pensioen. Henk: “We hadden een project met cursussen voor gedetineerden gedaan. Dat stopte, omdat de EU het niet meer subsidieerde. Dat kón niet, vonden we allebei. Daarom gingen we zelf verder. Het is heel belangrijk dat dit er is. Veel gedetineerden zijn slecht opgeleid en hebben daardoor minder kansen op de arbeidsmarkt. Terwijl ze wel iets kunnen. Als iemand aangeeft dat hij wil leren, mag hij altijd beginnen. Nee is bij ons geen optie. En mensen mogen net zo lang over een cursus doen als ze willen. Ze krijgen 5 jaar lang begeleiding van een docent.”

Hulp
Er zijn meer organisaties die je kunnen helpen. Ze zijn vooral handig als je terug bent in Nederland of hier het laatste deel van je straf uitzit. Sommige gemeentes bieden hulp bij het schrijven van een sollicitatiebrief, het opstellen van een cv, of zelfs bij het huren van een pak. De stichting Exodus biedt je de mogelijkheid om werkervaring op te doen met professionele begeleiding. Bij Exodus zelf kun je zaken leren als facilitaire dienstverlening of tuinieren. Exodus kan je ook werkervaring laten opdoen bij een van zijn partners. Er zijn onder meer contacten bij meubelmakerijen, houtbewerkingsbedrijven, metaalbedrijven, klussenbedrijven, horecabedrijven, groenbedrijven, grafische bedrijven, en organisaties voor natuur- en landschapsonderhoud. Humanitas en Gevangenenzorg Nederland kunnen je helpen met maatjes en met praktische zaken.

Hindernissen
Maar er zijn ook hindernissen. Ex-gedetineerden die solliciteren moeten altijd nóg beter zijn dan anderen. Er zijn altijd vooroordelen. Wie zwijgt over zijn detentie heeft weer een ander probleem: hoe vul je het gat op in je cv? Ook zijn sommige banen moeilijk of onmogelijk te krijgen met een strafblad. Je kunt zwijgen over je tijd in de gevangenis, maar als je een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) moet hebben, is het helaas pindakaas. Hoewel niet altijd; de regels worden niet altijd consequent toegepast – denk dus nooit bij voorbaat dat iets niet kan! Een VOG is een bewijs van goed gedrag in (meestal) de afgelopen 4 jaar. Voor sommige beroepen is een VOG wettelijk verplicht. Voor onderwijzers, medewerkers in de kinderopvang en taxichauffeurs bijvoorbeeld. Ambtenaren moeten altijd een VOG hebben.
Het ministerie van Justitie en Veiligheid gaat over de VOG’s. Het checkt hiervoor het Justitieel Documentatiesysteem (strafblad) en de politieregisters. Ook mag het ministerie informatie opvragen bij het Openbaar Ministerie en de Reclassering. Feiten die in andere landen zijn geregistreerd, kunnen ook worden meegenomen. Normaal gesproken kijkt men naar de laatste 4 jaar (behalve bij zedendelicten). Maar voor ex-gedetineerden wordt de terugkijktermijn verlengd met de periode van de detentie.