Anne-Marie Slotboom werkt aan de VU en deed onderzoek naar de levensloop van gedetineerden. Wij vroegen haar waarom de ene mens in de gevangenis komt en de andere nooit. En waarom de een het na een keer voor gezien houdt, en de ander draaideurcrimineel wordt. De carrière van gedetineerden hangt af van veel factoren. ‘Maar niets is onveranderlijk.’
Gedrag is een wonderlijk iets. Je denkt dat mensen steeds hetzelfde gedrag vertonen. ‘Omdat ze nu eenmaal zo zijn’. Of omdat de omstandigheden hen dwingen dit of dat te doen. Mensen zeggen het ook vaak over zichzelf. ‘Dat zit nu eenmaal in mijn genen.’ Of: ‘Wat moet ik anders? Ik moet toch eten.’ Dankzij onderzoek weten we dat gedrag minder vastligt dan vaak wordt gedacht. Anne-Marie Slotboom is een van de onderzoekers die aan dit inzicht heeft bijgedragen. Ze studeerde psychologie, en werkt al zo’n 20 jaar in de criminologie. Ze weet dus iets van misdaad én iets van psychologie. Eerder werkte ze in de jeugdhulpverlening. Door onderzoek te doen naar criminaliteit hoopt ze hetzelfde te bereiken: probleemjongeren en volwassen daders helpen. ‘In eerste instantie keek ik vooral naar meisjes en vrouwen. Omdat ik vond dat er wel heel veel aandacht uitging naar de mannen, terwijl het aantal vrouwen in de gevangenis toenam.’ Daarna zocht ze naar antwoorden op waarom-vragen. Waarom belandt iemand in de criminaliteit, en waarom keren ze daar vaak naar terug? En daarachteraan meteen: hoe kun je mensen helpen die willen stoppen? ‘De reden waarom meisjes en vrouwen de criminaliteit ingaan, verschilt van die van mannen’, zegt ze. ‘Vrouwen doen het vaker dan mannen om hun partner te helpen. Een vriend die een pooier is, of een verslaafde die geld nodig heeft. Als er drugs in het spel zijn raken ze vaak ook zelf verslaafd. Verder viel me op dat het mensen zijn zoals jij en ik. Uit alle lagen van de bevolking, uit de stad, of uit dorpen. Er is alleen één groot verschil. Veel criminele vrouwen die ik heb gesproken, hebben grote, complexe problemen. De problemen zijn vaak al in hun jeugd begonnen. Van de meisjes die in de gevangenis belanden hebben er nogal wat een traumatische ervaring achter de rug. Seksueel misbruik door familieleden en bekenden bijvoorbeeld, door vaders, broers, oom, opa. Hoewel dat ook weer niet voor iedereen geldt.’
Huisje-boompje-beestje
Van een leven vol problemen (en criminaliteit) overstappen naar een geregeld leven is moeilijk, maar niet onmogelijk. Wat vaak helpt is een breekijzer, een gebeurtenis of verandering die andere veranderingen aanmoedigt. ‘Een gezin bijvoorbeeld. Het lukt vrouwen beter om uit de gevangenis te blijven als ze kinderen hebben. Niet altijd, maar het helpt. Vooral als er een stabiel leven bij hoort. Een niet-criminele partner, huisje-boompje-beestje, wat wij noemen een full family package. Daarin verschillen ze trouwens niet van mannen! Het maakt echt heel veel uit of je mensen om je heen hebt die je vertrouwen en je helpen. Daarom is een buitenlandse detentie zo lastig. In de cel, maar ook daarna. Wie in het buitenland op straat komt te staan, staat er alleen voor.’ Het tweede wat heel belangrijk is, is een woning. Zonder dak boven je hoofd is het heel moeilijk je leven te veranderen. Vaak lukt het ex-gedetineerden niet een woning te vinden, ondanks projecten en hulp. Dat komt ook doordat woningzoekenden met veel verschillende instanties te maken hebben, soms wel 25. De gemeenten hebben hier een belangrijke rol. Niet overal hebben ze de hulp goed geregeld.’ En tenslotte heeft ook verslaving ongelooflijk veel invloed. ‘De link met criminaliteit is groot. Om uit de criminaliteit te stappen moet je ook uit je verslaving stappen. Dat is supermoeilijk en dat lukt bijna niemand zonder hulp.’
Iedereen kan leren
Toch is Anne-Marie positief gestemd over de kansen op verandering. Een vrouw die ik sprak vertelde dat ze een vriend kreeg en bedacht dat ze moest kiezen tussen doodgaan of een gewoon leven instappen. Ze koos voor afkicken en het gewone leven. Dat bleek zij dus te kunnen. Er is veel meer mogelijk dan veel mensen denken. Zelfs karaktertrekken die ‘in het DNA zitten’ kunnen veranderen. Zoals een kort lontje, of impulsief (zonder nadenken) gedrag. Vooral als de leefomstandigheden veranderden lukte het om het korte lontje iets minder kort te maken. Krijgt iemand een vaste relatie, kinderen, werk en voelt hij zich gelukkiger, dan vermindert het korte lontje. Ook impulsief gedrag, met woede-uitbarstingen, geweld, ruzie bleek te kunnen bijdraaien. Vooral als ze hulp krijgen en die hulp op tijd komt. We hebben onderzoek gedaan met mensen van 15 tot 25 jaar. Daaruit bleek dat zij met wat hulp van behandelaren, maar ook van mensen die belangrijk voor hen zijn, minder ongeremd kunnen gaan handelen.’ Iedereen kan leren, iedereen kan veranderen, is de optimistische conclusie van Anne-Marie. ‘Stoppen met criminaliteit is bijna altijd een kwestie van veranderen van de omstandigheden. Zelfs draaideurcriminelen bleken te kunnen stoppen, als hun leven veranderde. ‘Het heeft allemaal te maken met de juiste ‘life events’ en de juiste hulp. Een van de vrouwen die ik sprak na haar detentie vertelde bijvoorbeeld dat ze veranderde voor haar zoon. Ze wilde haar kind niet kwijt en zag haar gevangenisstraf als een leerproces. ‘Omdat ik vastzat had ik tijd te denken: shit als ik zo doorga verlies ik echt mijn kinderen’, zei ze. Ze is nog steeds gestopt.