Onder gedetineerden hebben veel meer mensen dan gemiddeld iets meegemaakt dat diepe littekens heeft achtergelaten. Tegelijk wordt in de gevangenis veel minder vaak iets aan trauma’s gedaan dan erbuiten. Maar er zijn lichtpuntjes: elk beetje aandacht die eraan besteed wordt maakt verschil, en niet alleen voor de gedetineerde zelf.
In een enorme cirkel op de luchtplaats van een gevangenis in Californië staan 235 mannen in blauwe hemden. Fritzi Horstman, medewerker van het Compassion Prison Project, spreekt ze toe. Ze vraagt iets eenvoudigs. ‘Als jouw eigen ervaringen overeenkomen met wat ik voorlees’, zegt ze, ‘stap dan in de cirkel.’ Ze schraapt haar keel. ‘Heeft een ouder of volwassen iemand in het huishouden je vaak of heel vaak uitgescholden, beledigd of vernederd, of zich zo gedragen dat je bang werd voor fysiek geweld, stap dan naar voren.’ Ongeveer 40 mannen stappen de cirkel in. Fritzi gaat verder. Onder meer vraagt ze: ‘Sloeg een van de volwassenen thuis je vaker of erg vaak zo hard dat je plekken op je lichaam had of gewond was? Leefde je in extreme armoede, had je vaker of erg vaak honger? Had je het gevoel dat niemand in jouw gezin van je hield, dat de volwassenen je onbelangrijk vonden of niet bijzonder? Waren je ouders gescheiden of leefden ze apart?’ Na elke vraag stappen er mannen naar voren. Na de laatste vraag doet zelfs 90 procent van hen een stap naar voren.
Iedereen
De score komt niet onverwacht. Volgens het Amerikaanse instituut voor de volksgezondheid (CDC), heeft ongeveer 60 procent van de Amerikaanse volwassenen tenminste één traumatische ervaring gehad in zijn jeugd, en ligt dat percentage voor gedetineerden op 97 procent. Gemiddeld scoren gedetineerden er vijf. Ook een ander onderzoek onder zo’n 600 gedetineerde mannen wijst het uit: iedereen(!) bleek last te hebben van een of meer trauma’s en 30 tot 60 procent van de ondervraagden leed aan PTSS, een post-traumatische stress-stoornis. Normaal is dat 3 tot 6 procent. Volgens Sarupa Oedjaghir, forensisch psycholoog in Nederland, is het onder Nederlandse gedetineerden niet anders. ‘Bijna iedereen heeft veel meegemaakt in zijn jeugd. Zeker onder de groep gedetineerden waarin ik gespecialiseerd ben: mensen die functioneren op een laag begaafd, of licht verstandelijk beperkt niveau. Er gaan vaak al dingen mis tijdens de zwangerschap. Hun moeder blowt bijvoorbeeld, rookt of drinkt. De kinderen die later mijn cliënten worden hebben nooit ervaren wat échte veiligheid is.’
Als een grammofoonplaat
Bessel van der Kolk is een Nederlandse psychiater die het grootste deel van zijn leven in Amerika heeft gewoond. Hij woont en werkt hier nog steeds. Hij wijdde zo’n vijftig jaar van zijn leven aan het bestuderen van trauma’s en traumaverwerking. Hij was de eerste die het effect van Prozac en andere middelen onderzocht. Hij ontdekte dat veel van de pillen niet werken. Hij zocht vervolgens naar andere oplossingen en probeerde die uit – óók op zichzelf. In een filmpje legt hij uit wat een trauma is. ‘Een trauma kan ontstaan wanneer je dingen meemaakt die ongewoon heftig zijn, en buiten de grenzen liggen van wat je normaal gesproken meemaakt. Dat kunnen gebeurtenissen zijn in een oorlog, maar ook gewoon thuis. Een op de acht Amerikaanse kinderen ziet thuis fysiek geweld bij zijn ouders. Een nog groter aantal kinderen wordt thuis zeer hard geslagen. Een supergroot aantal mensen, vooral vrouwen, heeft seksuele ervaringen die heel duidelijk niet gewenst waren. Het probleem met trauma, is dat je lichaam het blijft herleven, ook al is de situatie al lang veranderd.’
Een trauma blijft dus nawerken in je lichaam. Volgens Bessel verandert het zelfs je brein, met name het oudste deel van het brein, ook wel het reptielenbrein genoemd. Dit deel van je brein pikt op wat gevaarlijk is en wat veilig is. Normaal gesproken is het in dit deel van je brein kalm. Niet als je een trauma hebt. Dan blijft dit deel van hersenen boodschappen uitzenden.
‘Ik ben in gevaar.’
‘Ik ben niet veilig.’
Je lichaam reageert dus alsof je nog steeds in gevaar bent, ook al is de gebeurtenis zelf voorbij. Als een grammofoonplaat die blijft hangen.
Wat helpt
Een van de gedetineerden die veel stappen naar voren zette in het Prison Compassion project, is José. In zijn kinderjaren dreigde er altijd geweld. De vriendjes van zijn moeder sloegen hem, probeerden hem te verdrinken of te laten stikken, zetten geweren tegen zijn hoofd en messen op zijn keel. José scoorde negen uit tien ACE’s (zie kader), toen hij op zijn achttiende zelf begon met mishandelen. Hij is opgepakt voor een roofoverval en poging tot moord. ‘Je ziet het vaak’, zegt psycholoog Sarupa. ‘Dingen gaan van de ene op de andere generatie over. We noemen dit een ’transgenerationeel trauma’. De meeste cliënten van mij hebben ouders die extra vaardigheden in opvoedondersteuning hadden kunnen gebruiken. Omdat hun ouders problemen hadden, of moeite hadden met de opvoeding. Ze woonden misschien in een achterstandswijk en wisten niet hoe ze om hulp konden vragen. Ik geef agressieregulatie therapie. Je kijkt dan ook wat er achter de emoties zit. Vaak heeft dat te maken met emotionele verwaarlozing. Agressie komt verder vaak voor bij mensen die zelf fysiek mishandeld zijn. Het is een manier om ermee om te gaan. Mensen beschermen zichzelf.’
Lang niet iedereen met een trauma weet dat hij er een heeft. Jammer genoeg, vinden de psychologen, want beseffen dat je een trauma hebt, helpt al. ‘Het begint met accepteren en je bewust worden dat je hulp kunt gebruiken’, zegt Sarupa. ‘Dat is voor veel mensen, zeker in niet-westerse culturen zoals de Hindoestaans-Surinaamse waar ik zelf uit kom, soms een hele stap. We zijn opgegroeid met het idee dat psychologen er zijn voor gekke mensen.’ Het begin van traumaverwerking is je bewust worden dat je ze hebt, leerde ook traumadeskundige Bessel van der Kolk. Praten helpt, niet om meteen beter te worden (je trauma kwijt te raken), maar om je bewust te worden dat je een of meerdere trauma’s hébt. Je wordt je bewust dat het verschrikkelijk was wat er met je gebeurde. Je gaat ook begrijpen dat je iets moet doen met de wonden die je meedraagt in jezelf. ‘Het is enorm belangrijk dat je erkent dat het zwaar was. Het is het begin van herstel.’
Via het lichaam
Stap 2 is de verwerking. Volgens Bessel is het belangrijk de oplossing hiervoor te zoeken in het lichaam. De plek waar de trauma’s opgeslagen liggen en zorgen voor die herhaalde, slopende alertheid. Hij onderzocht daarom verschillende methoden die via het lichaam werken, óók door ze op zichzelf te testen. Onder meer waren dat EMDR, yoga, theater en beweging, neurofeedback en psychedelica. In een ander filmpje zegt hij hierover: ‘Het is nooit: one size fits all. Je moet uitzoeken wat het beste bij jou past. Wat voor mijn laatste patiënt werkte, kan voor jou niet werken. Alles in het leven is een experiment. Genezen van een trauma is een experiment.’ Zelf probeerde hij onder meer ecstasy uit – hij is een wounded healer, een ervaringsdeskundige die lotgenoten helpt. Hij ontdekte dat het iets overweldigends met hem en zijn trauma deed. Na de sessie voelde het alsof alles een andere plek had gekregen en hij eindelijk zag hoe zwaar hij het had gehad.
Kringetjes doorbreken
Het eeuwig ronddraaien in de cirkel van trauma en misdaad is iets wat het Compassion Prison Project wil doorbreken. Elk trauma dat je geneest maakt de wereld een stukje beter. Het lukt al behoorlijk goed. Het mooie van het project is onder meer dat mensen die hetzelfde hebben meegemaakt met elkaar gaan praten. Het project zet iets in gang. José, de man met de score van 9 uit 10 negatieve ervaringen, ging zich na het project afvragen hoe zijn leven eruit zou hebben gezien zonder alle trauma’s. Hij ontdekte dat hij kon tekenen en metselen. Vervolgens begon hij zijn misdaden te begrijpen. ‘In de tijd dat ik zelf begon met mishandelen had ik geen idee van het domino-effect van trauma. Maar nu zou ik graag de mensen die ik schade heb berokkend ontmoeten. Ik zou ze een op een, face to face, mijn verontschuldigingen willen aanbieden.’ Een jaar na meegewerkt te hebben aan de film, schrijft ‘Moody Bastard’: ‘Ik ben een van de mannen uit deze video en ben de mensen van het project eeuwig dankbaar dat ik de kans kreeg hieraan mee te doen. We hebben medeleven nodig om te voorkomen dat we in kringetjes blijven ronddraaien en de fouten blijven maken die we altijd maakten. Fouten die te maken hebben met ongelijkheid, discriminatie en doorgaande trauma’s. Hebben we er daar niet genoeg van gehad?’
Tekst: Marjolein van Rotterdam
Lees meer over trauma, verwerking en herstel in het artikel ‘Pijn aan de ziel’ van Nienke van Dijk, directeur van stichting Epafras.