“In Amerika zijn ze niet geïnteresseerd in ‘waarheidsvinding’ omtrent het delict. Je was op het verkeerde moment op de verkeerde plek. En daar is iets fout gegaan. ‘Dus bergen we je 20 jaar op’”, vertelt Pieter over het systeem.
“Wat er mis ging, waarom en hoe… Dat vinden veel rechters niet interessant. Ik wel, en daar praten we over. Vooral over de persoonlijke achtergronden en ‘storingen’ die tot het delict geleid hebben. Kijken of daar wat aan gedaan kan worden. Want van lang opgesloten worden, wordt niemand beter.”
“Ik ‘doe’ in levensvragen”, zegt hij. “Alles wat aandacht krijgt groeit. Mensen die gevangen zitten vinden het ook leuk om aandacht te krijgen. Dat bied ik. Probeer het beste in mensen naar boven te krijgen. Daar ben ik als pastor voor opgeleid. En die levensvragen zijn er heel veel bij gedetineerden: Waar kom ik vandaan? Wat is de betekenis van wat er gebeurt? Waar wil ik naar toe met m’n leven? En hoe moet ik dat doen? Kan m’n geloof me daarbij helpen?”
Daar is professionele aandacht voor nodig, is zijn overtuiging. “Over dit soort onderwerpen ga je niet een beetje voor het vaderland weg zitten kletsen. Dat vraagt om een serieuze deskundige aanpak.”
Veel gevangenen zitten tientallen jaren vast in een Amerikaanse cel. Dat grijpt je wel eens aan, vertelt Pieter. “Maar op een of andere manier zijn die jongens en meiden ook heel veerkrachtig. Ik weet niet of ik dat zou kunnen in hun situatie. Het zijn geen monsters. Het zijn gewone mensen. Net als mijn buurman”, en hij merkt lachend op: “En soms veel aardiger en intelligenter.”
“Het is moeilijk om te accepteren dat je zo láng opgesloten wordt.”
Het leven in een Amerikaanse gevangenis is niet gemakkelijk. “Je hebt veel ‘gangs’ in Amerikaanse gevangenissen. Er is veel geweld. Veel uitzichtloosheid. Een harde wereld. Vooral de mannelijke gedetineerden moeten soms hard met de neus op de feiten worden gedrukt, anders leren ze niet. Dat zeggen ze zelf ook. Het is vaak moeilijk om te accepteren dat je zo láng opgesloten wordt. Dan verdwijnt het effect van het straffen en worden mensen bitter en afgestompt.”
Pieter bezoekt een Nederlander in Virginia. De man heeft, dronken, zijn vriendin vermoord. “Hij praat daar nu, na lange tijd, over met de familie van het slachtoffer. Heel bijzonder. Ze vinden het nog steeds erg, maar ze begrijpen nu ook hoe de dingen zo gierend uit de bocht zijn gevlogen. Ze hebben hem zelfs vergeven. Knap vind ik dat. Zo iemand moet je dan niet levenslang opsluiten, vind ik. Maar daar heeft de Amerikaanse overheid natuurlijk geen boodschap aan. Een keer fout, altijd fout. Tja…”
Mensen oordelen vaak hard en denken zwart-wit, ziet hij. “Maar de wereld is niet zwart wit, die is vele tinten grijs. Daar praat ik dan over met zo’n kerel, de familie en z’n advocaat. Hopelijk mag hij zijn straf nog ooit in Nederland uitzitten. Maar daar ziet het de komende tien jaar niet naar uit.”