‘De muur van bureaucratie is gekmakend’

Niet alleen Epafras maakt zich sterk voor Nederlandse gedetineerden in het buitenland. Een belangrijke samenwerkingspartner is Lawyers Across Borders. Zij geven onafhankelijk juridisch advies aan Nederlanders die over de grens vast zitten. Zo helpen de gevangenen om het laatste deel van hun straf uit te zitten in Nederland. Hun verhalen uit de praktijk laten zien dat er daarbij veel haken en ogen zijn, maar ook dat je nooit moet opgeven. Een inkijkje in de wereld van de internationale advocatuur.

Nog niet zo lang geleden had advocaat Robert Malewicz een huilende echtgenote van een gedetineerde aan de telefoon. Ze zat er helemaal doorheen. ‘Ze vertelde dat haar man in de hel terechtgekomen was. Hij kreeg zijn medicatie niet, was erg ziek geworden en verward geraakt. Vanwege zijn toestand werd zijn procedure in het buitenland maanden uitgesteld. Zijn vrouw huilde omdat ze het niet meer zag zitten. Het meest pijnlijke in zo’n situatie: je weet dat na het proces ook de terugkeer naar Nederland nog lang kan duren, terwijl de uitkomst eigenlijk al bekend is. Hij heeft een terugkeer garantie gekregen vanuit Nederland. In zulke zaken is het of je een hele berg op moet en er ook weer af. Terwijl jij door het tunneltje wilt. Je weet al waar het aan het einde van de rit uitkomt. Die muur van bureaucratie is soms gekmakend. Voor ons advocaten is dat al zo. Kun je nagaan wat zoiets doet met iemand die vastzit, of met de achterblijvers in Nederland.’

Een week te laat
Wie vastzit in het buitenland krijgt er vrijwel zonder uitzondering mee te maken. Juridische obstakels die van alles in de weg staan, zoals je terugkeer naar Nederland met de WETS of de WOTS (wetten die strafoverdracht regelen tussen Nederland en het buitenland, red.). De weg ligt vol met hobbels en kuilen, en soms staat er een muur. De advocaten van Lawyers Across Borders – die juridische hulp verlenen aan iedereen die niet in een ‘zorgland’ in de gevangenis zit, grofweg in Europa – weten er alles van. Dagelijks hebben ze wel iemand aan de telefoon die ergens tegen een muur oploopt. Tegen de regels die de overbrenging van gedetineerden naar Nederland moeilijk maken bijvoorbeeld. Of je mag ‘Wetsen’ of ‘Wotsen’ hangt of staat met het voldoen aan een aantal precieze regels. ‘Zo loopt een man die wij bijstaan op tegen de eis van een lang genoeg strafrestant’, vertelt Roberts collega Aimée Timorason. ‘Het addertje onder het gras is dat het strafrestant wordt bepaald op het moment dat IOS (de afdeling Internationale Overdracht Strafvonnissen van de Dienst Justitiële Inrichtingen, red.) het certificaat binnenkrijgt. Er wordt dus niet gerekend vanaf het moment dat een gedetineerde het verzoek schrijft. Op het moment dat het certificaat op de mat valt bij IOS, moet je nog minstens zes maanden straf te gaan hebben. Maar soms duurt het lang voor het certificaat bij IOS binnenkomt. In Spanje, waar deze meneer vastzit, duurde het máánden voor ze het certificaat aan Nederland toestuurden. In dit geval stuurden we rappel op rappel en hebben wij de hulp ingeschakeld van een Spaanse advocaat. Het hielp allemaal niets. Toen zijn certificaat eindelijk bij IOS binnenkwam, zou hij met toepassing van de Nederlandse regeling voor voorwaardelijke invrijheidstelling (VI) 5 maanden en drie weken strafrestant hebben. Net 1 week te weinig dus! Het verzoek werd daarom afgewezen, terwijl deze gedetineerde daar helemaal niets aan kon doen. Hij zat er helemaal doorheen, zijn vader overleed ook nog in deze periode. Extra wrang was dat zijn medeverdachte wél naar Nederland kon worden overgebracht. Zijn certificaat was wel op tijd in Nederland. Gelukkig voor deze man hebben we uiteindelijk een oplossing gevonden.’

Harde grenzen
‘Het probleem is dat de grenzen in het beleid keihard zijn’, gaat Robert verder. ‘Dat levert vaak schrijnende gevallen op. Wie in het grensgebied zit kan niet rekenen op een uitzondering – ook al zou die terecht zijn. Val je buiten de grens, dan val je buiten de grens. Dat zie je met de eis van 6 maanden strafrestant, maar ook met de binding met Nederland. De eis is dat je in de vijf jaar voor je werd opgepakt, in Nederland moet hebben gewoond. Het IOS toetst dus alleen die 5 jaar.’ Wie altijd in Nederland gewoond heeft, zit meestal safe. Dan zou er geen vuiltje aan de lucht moeten zijn. ‘Maar soms gaat het toch fout’, zegt Robert, ‘ook al heeft iemand zijn hele leven in Nederland gewoond en is binding geen vraag, maar een feit. Ik ken een man die komt uit een gezin met een migratieachtergrond. Als enige van de kinderen heeft hij niet de Nederlandse, maar de Marokkaanse nationaliteit. Gewoon omdat zijn ouders vergeten waren de Nederlandse nationaliteit voor hem aan te vragen. Van de Marokkaanse nationaliteit kun je geen afstand doen. Deze man is in Nederland geboren en getogen. Alles en iedereen die hij kent, woont hier. Hij is getrouwd en heeft een kind. Op een gegeven moment maakte hij een misstap en werd hij overgedragen naar een Scandinavisch land. Hij kreeg er een stevige gevangenisstraf. Met die straf kan hij waarschijnlijk niet meer terug naar Nederland, hij wordt hier als buitenlander ongewenst verklaard. Maar wat moet zo iemand? Hij voldoet keurig aan de eis van binding met Nederland, maar hij wordt straks naar Marokko gestuurd. Het is onbegrijpelijk en oneerlijk. We hebben Europese wetgeving om mensen zo goed mogelijk te resocialiseren. Wat denk je dat er straks met deze man gebeurt?’

10 jaar extra
Ook het omgekeerde komt voor. Dat iemand in Nederland moet blijven terwijl hij met dit land totaal geen binding heeft. Aimée geeft als voorbeeld een zaak van een Nederlandse man uit België. ‘Hij had in dat land een vrij hoge straf gekregen en was in afwachting van een oproep om zich bij de gevangenis in België te melden. Hij zou in België na 1/3 van zijn straf voorwaardelijk vrijkomen. Voordat hij zijn straf zou gaan uitzitten ging hij naar een verjaardag in Nederland. Op de terugweg werd hij aangehouden vanwege een licht vergrijp. De Nederlandse justitie ontdekte dat er nog een ‘openstaande straf’ stond in België.

Hij werd prompt naar een Nederlandse gevangenis gebracht. De Nederlandse autoriteiten zochten contact met de Belgische. ‘Oké’, zei België, ‘we dragen de straf aan jullie over.’ Nu zit hij hier in Nederland vast, terwijl hij hier helemaal geen binding heeft. De man is ten einde raad. Hij moet nog ruim 10 jaar zitten. Met een gezin in België, waar hij na zijn lagere school naartoe verhuisd is. Intussen is hij ook ongewenst verklaard in België. Hij kan dus nooit meer terug naar het land waar hij binding mee heeft. Dit helpt niemand. We zouden veel meer moeten kijken naar wat voor mensen en dus voor ons allemaal het beste is.’

Extra probleem in Engeland
De regels voor strafoverdracht, binding en strafrestant met name, brengen dus nogal eens onrechtvaardigheid en ongelijkheid met zich mee. Dat de procedures lang duren is ook een groot probleem in en buiten Europa. In Europa is vooral Zuid-Europa berucht. Ook Engeland is traag. ‘En het Verenigd Koninkrijk heeft nog een ander probleem’, zegt Robert. ‘Dat is een extra straf als je het geld dat je volgens de Engelse justitie hebt verdiend met bijvoorbeeld de handel in drugs, niet kunt terugbetalen. De opdracht om geld terug te betalen noemen ze de confiscation order. Maar als je dit bedrag niet kan betalen dan krijg je een vervangende straf, de default sentence.’ De confiscation order is meestal heel hoog en gebaseerd op een schatting van de Engelse politie. De meeste drugskoeriers hebben dat geld natuurlijk nooit echt ontvangen of op de bank staan. ‘Maar de gedachte is dan vaak: je hebt vast verborgen bezittingen, hidden assets. De boete bedraagt honderdduizenden en soms miljoenen euro’s. Dat kan bijna niemand betalen. Het probleem is dat in een aparte procedure wordt bepaald hoeveel je moet terugbetalen. Zo lang die duurt mag je niet naar Nederland. En als je na die procedure niet kan betalen krijg je dus een vervangende extra straf, de default sentence. Maar die straf kan pas na de gevangenisstraf die je in de strafzaak kreeg worden uitgezeten. Nederland kent zo’n straf niet dus die straf kan niet worden overdragen. En Engeland laat je niet gaan voordat het geld is betaald of de extra straf helemaal is uitgezeten. Zo word je klemgezet.’ Aimee: ‘Het komt regelmatig voor. Ik heb nu drie verschillende cliënten die een straf in Engeland hebben gekregen. Het zijn hele zware straffen. 20, 30 jaar soms. De Engelse manier van werken leidt veelal tot hopeloze situaties voor mijn cliënten.’

In eigen voet
Iedereen die Nederlander is gaat een keer terug. Is het niet met de WOTS of de WETS dan wel na het uitzitten van de hele straf. Het probleem hierbij is volgens de advocaten dat de groep die terugkeert zonder WETS of WOTS ook niet kan resocialiseren en dus plotseling op de stoep staat wanneer na 20 jaar die buitenlandse celdeur opengaat. Alles wat ze kenden is weg. Ze weten de weg in de Nederlandse samenleving niet meer. Robert: ‘Nederlanders die vast hebben gezeten in het buitenland komen sowieso naar Nederland. Zo krijg je allemaal mensen met enorme problemen terug in de maatschappij. Onvoorbereid, niet geresocialiseerd, niet gereclasseerd. Er zijn ook gedetineerden met psychische problematiek. Terwijl tegelijk niemand wil dat een ex-gedetineerde die lang binnen heeft gezeten zo maar onbegeleid de Nederlandse maatschappij ingaat. Dan is de kans op ongelukken groot. Je zal maar in het dorp wonen waar een ontspoorde gedetineerde terugkomt. Het is voor niemand goed en onbegrijpelijk waarom voor die groep niet veel meer begeleiding wordt geboden. Dat kan in de vorm van een terugkeer naar Nederland in de laatste fase van de straf. Wij vinden dat het beter zou kunnen. Het IOS is altijd streng geweest. Ze traineren de zaak niet, maar grijpen de regels wel te gemakkelijk aan om mensen tegen te houden met de WETS of WOTS te gaan. Die periode van 5 jaar voorafgaande aan de detentie in Nederland wonen om binding te hebben is wat ons betreft te arbitrair. Het is ooit gekozen, lang geleden. Wat ik mis is echt meekijken met de persoon. Het doel is resocialisatie, iemand terug helpen de maatschappij in. Dat moet je doen in het land waar dat voor jou het beste is.’ Aimée: ‘De regelgeving is daarvoor bedacht! Het kan ook best anders. Oordelen op maat, per geval bekijken. Het strikt vasthouden aan de regels kost landen ook nog eens veel geld. We schieten zo in onze eigen voet. Die mensen met een default sentence in Engeland bijvoorbeeld, die zitten jaren en jaren extra. Dat kost bakken met geld. Dat ze niet betalen is wat mij betreft ook een belangrijke aanwijzing dat zij het geld niet hebben. Als ze het geld hadden, zouden ze echt niet 10, 15, 20 of 30 jaar extra in Engeland blijven zitten.’

Sprankje hoop
Toch zijn er ook veel voorbeelden van zaken waarbij het wel goed is gekomen. Zo ook in een zaak van een Spaanse cliënt. ‘Hij woonde zes jaar in Spanje voor hij gedetineerd raakte’, vertelt Aimée. Dus formeel had het IOS gelijk dat hij onvoldoende binding had met Nederland. Maar in Spanje raakte hij tijdens zijn detentie zijn werk, zijn huis én zijn vriendin kwijt. Hij zegt: ‘Ik heb in Spanje niets meer, dus wil terug’. Een laatste redmiddel is iemand ongewenst laten verklaren. Dat is hier gelukt. Soms beslist de rechter dat zelf al. Hier heeft een Spaanse advocaat het zelf voor de rechter gebracht en gaf Spanje inderdaad een ongewenstverklaring af, waardoor deze meneer kon terugkeren naar Nederland. Er zijn meer opties die gedetineerden een sprankje hoop kunnen geven. Sommige advocaten zien heil in een kort geding. Dat kun je bijvoorbeeld aanspannen als je het niet eens bent met de beslissing je niet te laten wotsen of wetsen. ‘Het werkt meestal niet’, zegt Robert. ‘De WETS en WOTS zijn een gunst. Het is niet onrechtmatig als je dat cadeautje niet krijgt. De minister van Justitie heeft beleidsvrijheid, de partijen die nu aan de macht zijn keuren dit beleid goed. Veel mensen denken dat een kort geding een wondermiddel is aan het einde van de rit, maar dat is het niet. Toch zal ik het ook niet altijd afraden. Soms werkt het omdat een kort geding ook kan zorgen voor publiciteit of een heroverweging van de beslissing voordat de rechter beslist.’ Wat misschien de meeste hoop geeft: er komt een einde aan je lijden. De advocaten van Lawyers Across Borders én die van Dutch & Detained (voor de landen buiten Europa, de zorglanden) laten je niet zitten. ‘Wij houden vol’, zegt Robert. ‘Ook al zijn er hobbels en kan het lang duren. We proberen iedereen thuis te krijgen.’ Aimée: ‘De Nederlander uit Spanje is uiteindelijk gisteren op Schiphol aangekomen. Vijf maanden voor het einde van zijn straf.’

TEKST: Marjolein van Rotterdam FOTO: Laura Cnossen