“De bewakers schieten met scherp. Stel dat mijn zoon wordt geraakt?”

Freek (23), de zoon van Mirthe (54) zit een gevangenisstraf uit van 6,8 jaar in Peru. “Een eigen cel zit er niet in. Daarvoor moet je 1500 dollar per maand betalen.”

“We zijn nog nooit in Peru geweest, bij hem in de gevangenis. Als we gaan, dan nemen we hem mee terug. Op televisie hebben we wel gezien waar hij zit. Die beelden grijpen me naar de keel. Elke dag is hij bezig met het regelen van eten, van een slaapplek. Soms een sigaretje.

In het begin moest hij op de grond slapen. Als ‘nieuweling’ slaap je eerst dicht bij de wc. De eerste nachten kon hij alleen maar tussen twee mannen in liggen, op hun stukje matras. Een eigen matras had hij niet. Daarna kreeg hij steeds meer rechten en nu heeft hij een eigen matras. Maar een eigen cel zit er niet in. Daarvoor moet je 1500 dollar per maand betalen. We sturen hem wel geld, zodat hij in ieder geval genoeg eten kan kopen. Maar een eigen cel is niet te betalen.

Hij belt ons vanuit de gevangenis. Ik hoor hoe hij muntjes in zo’n ouderwetse telefoon doet. Na een paar minuten accepteert de telefoon geen muntjes meer. Dan hoor je ‘kling’ ‘kling’ en de muntjes komen dan tegen het klepje aan. Dan weet je dat je weinig tijd meer hebt om iets te zeggen.

Op de achtergrond hoor ik soms herrie. Dan weet ik dat er iets aan de hand is. Maar hij vertelt ons daar niks over, maar dan kapt hij bijvoorbeeld het gesprek af. Pas op het moment dat hij ons weer mag bellen, horen we wat er is gebeurd. Laatst probeerde iemand te ontsnappen. Als de bewakers zo’n gevangene betrappen, schieten ze met scherp. Natuurlijk denk ik dan wel: stel dat mijn zoon per ongeluk wordt geraakt? Maar lang kan ik bij die gedachte niet stil staan, dat helpt mij niet verder. Gelukkig leeft hij nog en is het niet gebeurd. Daar hou ik me aan vast.

Maar doordat hij elke dag gevaar loopt, ben ik voorzichtig met wat ik zeg. Stel dat ik een verkeerde opmerking maak en hij moet snel ophangen, dan blijf je met een vreselijk gevoel zitten.”