Terug in Nederland trekt Sharon bij haar ouders in, zodat ze langzaam kan wennen aan haar ‘nieuwe leven’ en de zorg voor haar zoontje. Maar haar leven oppakken, blijkt moeilijker dan verwacht. “Ik had veel ruzies met mijn moeder”, vertelt ze. “Ik was wel thuis, maar ook weer niet. Ik was wel moeder, maar liet veel dingen aan mijn moeder over. Ik zag dat mijn zoontje meer naar mijn moeder luisterde. Ondertussen wilde ik mijn leven opbouwen, ik had tenslotte twee jaar vastgezeten en wilde nu eindelijk weer uitgaan. Ik had zoveel gemist, nu wilde ik genieten. Dan ging ik weg en liet ik niets meer van me horen. Ik dacht: ik weet toch wel dat mijn moeder klaar staat voor de kleine Maar ik had ook de zorg voor mijn zoontje. Daar gingen de ruzies over.”
“Mijn zoontje ging huilen, schreeuwen, haren trekken. Als mijn zoontje huilde, rende hij meteen naar mijn moeder toe.”
Ook het besef dat de relatie tussen haar en haar zoontje nog moet groeien, vindt Sharon moeilijk te accepteren. “Hij noemde mijn moeder mama en als hij huilde, ging hij meteen naar haar toe. En mijn moeder mocht hem wel oppakken en ik dan niet. En hij was heel gehecht was mijn moeder. “
Dat was in het begin heel erg frustrerend, vertelt ze. Ze was er verdietig over. Boos ook. “Maar aan de andere kant was het ook heel begrijpelijk. Mijn moeder heeft maandenlang voor hem gezorgd en zij was echt een moederfiguur voor hem. Hij is er gelukkig door geworden. En dat kan ik hem ook niet kwalijk nemen, mijn moeder ook niet.”
Ook haar zoontje worstelt met de terugkeer van zijn eigen moeder, die opeens ook voor hem wil zorgen. “Dan zag je hem denken: Wie is die vrouw nou weer? Waarom ben ik met haar elke dag? Hij werd zelf een beetje boos en opstandig en onhandelbaar, heel erg onhandelbaar. Ging huilen, schreeuwen, haren trekken. Niet bij mij alleen, ook bij mijn moeder. Hij is een klein kind, hij snapt het niet. Dus ja, voor hem vond ik het ook heel erg. Maar ik werd ook een beetje soms van, pfff ik heb er ook helemaal geen zin meer in hoor, laat het maar, ga maar lekker naar mijn moeder.”