Overleven in een gevaarlijk land

De cultuur van Latijns-Amerika is op een bepaalde manier verbonden met geweld. Dat merkt Dennis Schutijser dagelijks. Als humanistisch geestelijk verzorger bezoekt hij Nederlanders die in Ecuador in de gevangenis zitten, waar je elke dag grote risico’s loopt. “Iedereen zit er in een overlevingssituatie. Ik heb daar geen passende adviezen voor. Wel onderzoek ik samen met de mensen of een bepaalde strategie werkt of niet.”

Een van de eerste keren dat hij op bezoek ging in een gevangenis, staat hem nog helder voor de geest. “Spannend was het wel, ja”, vertelt Dennis Schutijser (44), sinds 2018 humanistisch geestelijk verzorger in Ecuador. Hij wordt door verschillende hekken gelaten, klik, open, klik weer in het slot, tot hij op een grote binnenplaats komt. Daar verlaat de bewaker hem. Doffe dreun, de deur valt in het slot, bewaker weg. “Je cliënt komt eraan, ‘tot ziens’, zei hij nog. Dat hoop je dan maar… Op de binnenplaats was het druk. Er hing spanning in de lucht. Na een kwartier wachten kwam de jongen aangelopen. Net op dat moment zwaaide de deur achter mij weer open en stonden er drie bewapende militairen. ‘Jij moet weg!’, schreeuwden ze. ‘Opdonderen, er is een situatie.’ Uiteindelijk gebeurde er op dat moment niets. Maar in die gevangenis is het altijd nerveus. Iedereen weet dat er doden vallen.”

Geweld
Dennis woont sinds een jaar of 10 in Ecuador, samen met zijn Ecuadoriaanse vrouw en twee kinderen. Hij heeft een baan aan de universiteit én geeft workshops praktische filosofie. Zijn eigen leven is dat van een bevoorrecht iemand – vindt hij ook zelf. Toch merkt hij elke dag weer hoe gevaarlijk Ecuador is. “Het land heeft een financiële klap gehad van de coronacrisis. Anders dan in andere landen was er geen buffer. De werkloosheid is de pan uitgerezen, de armoede ook, net als het aantal delinquenten. Hoewel dat laatste ook met iets anders te maken heeft. Ecuador is een Latijns-Amerikaans land. De cultuur daar heeft iets met geweld. Geweld is verweven met een manier van denken en ervaren. Religie is de menselijke noodzaak om gemeenschap te creëren en je groep te beschermen tegen geweld van buiten en van binnen. In Latijns-Amerika gebeurt dat in extreme mate. Je ziet het aan de rituelen, de saamhorigheid die wordt uitgedragen. De bendes zijn alomtegenwoordig – en oppermachtig.”

Preventief de cel in
In het alledaagse leven blijft het geweld nog redelijk onder de oppervlakte en borrelt het maar af en toe op. Zo niet in de gevangenis. Volgens Dennis heeft dat te maken met een aantal dingen. Drugs onder andere, die ook in Ecuador volop aanwezig zijn in de gevangenissen, en ook het tekort aan personeel: bewakers zijn er niet of kunnen de gedetineerden niet de baas, waardoor bendeleiders de boel overnemen. Een derde oorzaak is de corruptie, die in alle gevangenissen een stempel drukt. En niet alleen in de gevangenissen, het hele justitiesysteem is corrupt. “Een gedetineerde die ik bezocht vertelde dat hij preventief was vastgezet. Dat is tegenwoordig mogelijk, vroeger mocht het alleen bij hoge uitzondering. In 2021 was 39 procent van alle gedetineerden preventief de cel in gegooid. Het gebeurt om het minste geringste. Stel jij bent toeschouwer van een dodelijk ongeluk: Dan kan de rechter je naar de gevangenis sturen. Het is de gemakkelijkste manier om betrokkenen te controleren.”
Last but not least speelt ook de overbevolking een rol. Die is er in elke gevangenis en neemt toe. De groei komt door veranderingen in de misdaad en misdaadbestrijding in Ecuador. Dennis: “Het land wordt steeds belangrijker als doorvoerroute voor drugs. Guayaquil, onze grootste stad, is een mooie uitventhaven. Die wordt steeds meer gebruikt, waardoor er ook steeds meer drugsgerelateerde misdaad is.

Intussen heeft de overheid besloten dat die drugscriminaliteit harder bestreden moet worden, de war on drugs is uitgewaaierd naar Ecuador. Tegelijk is er bezuinigd op het budget voor de gevangenissen. Geen wonder dus dat de onveiligheid de laatste tien jaar enorm is toegenomen. Ze vechten elkaar de tent uit. In 2021 zijn officieel 316 gedetineerden omgekomen bij gewelddadige conflicten. Veel slachtoffers waren jongeren, vaak nog in afwachting van hun straf en voor kleinere delicten; sommigen beschikten al over hun vrijstellingspapieren. Ook dit jaar zijn er rellen en moordpartijen. Het is overigens niet altijd en overal zo. De sfeer verschilt per gevangenis en per keer. Er zijn regionale gevangenissen die vrij klein zijn waar je gemakkelijk binnenloopt. In die gevangenissen zit ik soms in de tuin aan een tafeltje met iemand te praten. Maar er zijn daarnaast hele grote, de megacarceles, waar alles anders is. In één gevangenis mag ik alleen op bezoek in een spijkerbroek, een wit T-shirt en sandalen. Deze gevangenissen zijn ver van alles vandaan. Duizenden mensen zitten hier op elkaars lip en heb je voor je het weet een rel.”

Wat helpt?
Hoe kan een geestelijk verzorger mensen helpen die in zo’n situatie zitten? Dennis zucht. “Het systeem omgooien kan ik niet. Je bent machteloos als mensen voor hun leven vrezen. Iedereen zit in een overlevingssituatie. Eigenlijk hoor ik vooral verhalen aan, en stel af en toe een vraag. Ik vind het moeilijk mensen aan te raden wat ze zouden moeten doen. Niet zo lang geleden vertelde iemand dat in zijn afdeling iemand in de douche was vermoord. Daar heb ik geen oplossing voor. Wel verken ik samen met mensen wat ze doen om hiermee om te gaan, en of dit werkt. Als iemand aangeeft zich gedeisd te houden, kijk ik met hem of die strategie werkt, en geen vervelende bijwerkingen heeft. Soms komt er dan uit dat het nodig is om onopvallend te zijn, maar dat dit ook veel eenzaamheid met zich meebrengt. Samen kijken we dan hoe je die eenzaamheid zou kunnen overwinnen. In één geval blijkt dat te kunnen via liefde voor de familie, die wel ver weg woont maar waarmee deze gedetineerde een goed en geregeld contact heeft.”
Er zijn ook mensen die juist de strijd aangaan. “Niet letterlijk, maar wel door actief te proberen vriendschappen te maken – of beter: verbonden te sluiten. De verbondenen helpen elkaar een beetje en letten op elkaar. Dat brengt natuurlijk wel weer risico’s met zich mee. Een gedetineerde wist bijvoorbeeld dat zijn celmaat iets deed wat verboden is, maar hield dat bewust stil. Op die manier werd hij een beetje een bondgenoot, waardoor hij bepaalde voorrechten kreeg. Maar hij loopt ook risico.”
Het klinkt allemaal alsof het een loodzware job is, op bezoek gaan in de gevangenissen van Ecuador. Wat bewoog Dennis dit te gaan doen? “Ik had ooit de opleiding geestelijk verzorger gevolgd, maar er nooit iets mee gedaan, terwijl ik dat wel had gewild. In Ecuador stuitte ik op een advertentie. Epafras zocht mensen om gedetineerden te bezoeken, onder andere in Ecuador. Alsof het zo moest zijn… Ik werd humanistisch geestelijk verzorger en begon net voor de pandemie met bezoeken. Ik geloof heilig in de dialoog. De behoefte aan ontmoeting is er altijd. Het is mooi om dit ook te ervaren en te zien dat het werkt. Elke keer merk ik dat een bezoek waardevol is voor mensen. Ook al kun je niets veranderen, ze voelen dat ze er niet alleen voor staan.”

Tekst: Marjolein van Rotterdam