Je thuis voelen waar je bent

Een netwerk waarin iedereen zich thuis kan voelen. ‘My Home Community’ heet het nieuwe project van Kerken met Stip, de club van zeventig kerken die zich al twintig jaar bezighoudt met (ex-) gedetineerden. My Home Community laat de verbindingen tussen mensen flink toenemen.

Een gemeenschap die ervoor zorgt dat er voor iedereen men­sen klaarstaan, én dat die ver­binding voor (heel) lange tijd is, met de kerk als een stevige basis. Dat is het idee van My home Community. ‘Het gaat er bij My Home om dat je je thuis voelt waar je bent’, legt Jan Eerbeek uit, de bedenker van het project. ‘Dus dat je thuis bent in je eigen leven, ook al ben je letterlijk of figuurlijk ver van huis. Natuur­lijk ben je het liefst in je eigen huis. Maar als je daar niet kunt zijn, kan de verbinding met iemand anders iets van ’thuis’ oproe­pen. My Home is bedoeld voor iedereen die zich eenzaam voelt, een steuntje in de rug nodig heeft, of behoefte heeft aan blijvend contact. In officiële bewoordingen: een project van duurzame verbinding.’ Jan kreeg het idee toen hij hoorde over een landelijk onderzoek naar mensen in moeilijke en ingewikkelde levenssituaties, nu zo’n vijf jaar geleden. ‘Eén van de con­clusies was dat het veel mensen in hun dagelijks bestaan ontbreekt aan steun. Dat herkende ik. In alles wat ik gedaan heb in mijn leven (Jan was o.a. hoofdgevangenis­predikant, oprichter van Exodus en voor­zitter van Epafras) kwam ik mensen tegen die erg op zichzelf aangewezen wa­ren. Toen dacht ik: daar zou je een netwerk voor moeten maken.’

Niet alleen de kerk
Hij vertelde erover in Drenthe. Daar had hij toen nog een boerderijtje waar hij samen met zijn vrouw ook mensen ondersteunde. In de kerk van Borger preekte hij ook wel eens en vertelde hij over My Home. ‘Maar’, werd er soms gezegd, ‘mensen in zo’n ver­schrikkelijk isolement komen híer toch niet voor?’
‘En óf ze hier voorkomen’, zegt Jan. ‘Men­sen die met niemand contact hebben, ko­men overal voor. In de stad, maar net zo goed op het platteland.’
Het balletje ging rollen. Het project werd een project onder de paraplu van Kerken met Stip, waar Jan ook voorzitter van is, maar niet alleen van de kerk. Ook de bur­gerlijke gemeente Borger-Odoorn raakte betrokken. ‘Daar zagen ze het probleem ook’, zegt Jan. ‘Niet iedereen is zelfred­zaam. De sociale wijkteams kenden veel mensen die een netwerk hard nodig had­den. Zo ontstond er een publiek-private samenwerking, een samenwerking van de gemeente en de diaconie, van professio­nals en vrijwilligers.’

In Borger is My Home intussen een groot succes. Er zijn daar nu dertig vrijwilligers en deelnemers. Sommige vrijwilligers be­geleiden een heel gezin, anderen enkele personen. Een van de vrijwilligers die een gezin onder haar hoede heeft is Tanja. Al­leen al door te zorgen voor meer contacten hielp zij het gezin. Ze legde bijvoorbeeld aan een buurman uit dat het oudste jonge­tje een probleem heeft en daarom wel eens lawaai maakt. Toen ze later weer eens op bezoek ging, zat diezelfde buurman bij het gezin aan de koffie. Een andere deelnemer is Kees: een man zonder contacten, op wat hulpverleners na. Dat zijn, tot zijn frustra­tie, ook telkens andere mensen. Vrijwillig­ster Marja zoekt hem elke week op. Een uurtje, meer niet. In het begin was Kees bang dat Marja ook weer zou weggaan. Nu ziet Marja af en toe een glimlach doorbre­ken op zijn gezicht.

Wereldwijd
Intussen heeft My Home Community de stap gezet naar landelijke uitbreiding. Met steun van Kerk in Actie van de Protestant­se Kerk Nederland en ook verbonden met de Rooms-Katholieke Kerk en vele andere kerken. Op 27 september was hiervoor de aftrap. Er kwam geld voor een coördinator die één dag in de week van alles regelt. Hij coacht de vrijwilligers en koppelt ook de vrijwilligers aan de deelnemers.’
Kerken met Stip is van oudsher gericht op hulp aan mensen in en na detentie, en hun familie. Inmiddels is de doelstelling ver­breed naar mensen in een sociaal kwets­bare levenssituatie. Natuurlijk blijven ook gedetineerden helemaal in beeld. Nu My Home Community landelijk is geworden, opent dat ook voor hen mogelijkheden – zelfs wanneer zij nog vastzitten. Eigenlijk is My Home Community nu dus een or­ganisatie die wereldwijd werkt.
‘Als je nog vastzit kun je al bij My Home Community aankloppen. Het mooie is dat je al in de gevangenis gekoppeld wordt aan iemand die met jou begint te schrijven. Er staan al mensen klaar en ze zijn zelfs al getraind. Als je al weet waar je na je detentie gaat wonen, kan het ie­mand zijn uit je toekomstige woonplaats. Ook je familieleden in Nederland kun je naar My Home Community verwijzen.’
Jan is zelf ook bezig als vrijwilliger. Twee gedetineerden waar hij mee schrijft en belt zijn lid geworden van My home. ‘Als zij straks vrijkomen ben ik er niet alleen, maar staat er een heel netwerk voor hen klaar. En weet je wat het mooie is? Het is niet alleen fijn voor de mensen die dankzij My Home ergens bij horen, maar ook voor de vrijwilligers. Er ontstaat we­derkerigheid, deelnemers gaan ook iets terug doen voor hun vrijwilligers. Kees had bijvoorbeeld een keer twee toppen uit zijn oude eikenbomen gezaagd. Het hout ging naar Marja, zijn vrijwillig­ster. Zoiets simpels kan het zijn, maar ook het gevoel dat je als vrijwilliger iets leert van een deelnemer of elkaar, of blij wordt van de waardering die je krijgt.’

TEKST: Marjolein van Rotterdam