“Mensen worden er niet beter van als ze 20 jaar worden opgesloten. Ik ben geen rechter, ik ben niet van Justitie. Wat ik zie zijn mensen die zijn uitgekotst. Maar het zijn en blijven nog wel mensen. Ik vind het belangrijk om hun leven een beetje leefbaarder te maken. Daar heeft ieder mens recht op. Daarom doe ik dit werk.
Soms is het zo lastig om mensen te helpen. Ik ontmoette een jongen die zwakbegaafd was. Hij was betrokken geweest bij drugssmokkel. De leider van die bende had hem 25.000 euro beloofd als hij tegen de politie zou zeggen dat hij de smokkel georganiseerd had. Die man zou er dan voor zorgen dat hij binnen no-time weer vrij zou komen. De jongen heeft in plaats van 5 jaar, 10 jaar moeten zitten.
“Hij moet naar de ambassade voor zijn paspoort. Maar dat kan hij helemaal niet.”
In mei komt hij vrij. Dan moet hij naar de ambassade gaan met een pasfoto en zijn paspoort. Maar dat kan hij helemaal niet. Hij heeft geen idee hoe hij daar moet komen. Of hoe hij een pasfoto moet laten maken. Dan probeer ik met lokale pastors een oplossing voor hem te vinden. Iemand die even met hem mee wil gaan. Maar ik weet niet of dat lukt. Ik doe wat ik kan doen. Maar dan houdt het op. Op een gegeven moment moet ik het loslaten.
Dat is iets wat ik in de loop van de jaren wel heb geleerd. Je kunt de problemen van anderen niet allemaal oplossen. Ik besef heel goed dat je niet iedereen kunt redden. Elk mens maakt z’n eigen keuzes. Ik ben daar ook niet verantwoordelijk voor. Maar ik kan wel een eindje met iemand meelopen, en dat doe ik graag.”