‘De eerste door-en-door slechte mens moet ik nog tegenkomen’

Erika Kommers is Epafras’ nieuwe vrijwilliger in Spanje. Zij koppelt positiviteit aan een praktische instelling en een geloof in mensen. ‘Ieder mens is het waard gezien te worden.’

Tekst: Marjolein van Rotterdam. Beeld: Nathalie van der Straten – Folkersma.

Ze is pas sinds januari vrijwilliger voor Epafras. Toch klinkt Erika Kommers als een ervaren geestelijk verzorger. ‘Misschien’, zegt ze, ‘heeft dat te maken met werk dat ik eerder deed in Mexico. Samen met mijn man Machiel werkte ik in een afkickkliniek van de Mexicaanse kerk. De gesprekken met de mensen daar lijken op die met de gedetineerden die ik nu bezoek. De dingen waar zij mee zitten zijn best vaak hetzelfde. In Mexico waren veel mensen bezig met bij zichzelf te komen. Ze zaten met allerhande vragen, zoals: hoe heeft het zo ver kunnen komen? In de gevangenis gaat het daar ook vaak over.’ Ondanks de overeenkomsten had ze zelf niet meteen verwacht dat vrijwilliger worden voor Epafras iets voor haar was. Het leek vreemd om de gevangenen te bezoeken, toch mensen die iets op hun kerfstok hebben. ‘Maar nadat ik had nagedacht over het verzoek van Matthijs Geluk (directeur van Epafras – red.), die wij kennen via ons werk in Mexico, besloot ik de sprong te wagen. Dat kwam ook door een van mijn kinderen. Hij vond het jammer dat zijn beide ouders na de verhuizing naar Spanje niet meer werkten voor een kerkelijke organisatie. Zijn vader had nu een baan op de ambassade en werkte dus voor het Koninkrijk der Nederlanden en niet meer voor het Koninkrijk van de Heer. En ik was met mijn man meegegaan met allerlei plannen maar zonder zelf een baan te hebben. Werken voor Epafras vulde het gemis. Het mooie is, nu blijkt dat het heel goed bij me past: ik vind het geweldig om mensen te ontmoeten en je hoort de interessantste verhalen. Mijn zoontje vindt het ook nog eens geweldig. Hij leeft echt mee met de gevangenen.’

Doe mee! Wilt u het werk van Erika en de ruim negentig andere vrijwilligers van Epafras mede mogelijk maken? Uw gift is meer dan welkom! Ga naar www.epafras.nl/doneer. Alvast hartelijk dank!

Betonnen kolossen
Het was wel even wennen. ‘Door zo’n zware deur een gevangenis binnengaan – in Spanje vaak een lelijke betonnen kolos in de middle of nowhere – en vervolgens nog vier keer door een deur die achter je in het slot valt. Dat is altijd even slikken. Eenmaal binnen voel je wat het is om van je vrijheid beroofd te zijn. Om je heen zijn er alleen maar muren. Geen lucht, geen bomen. Dat vertel ik ook aan mijn kinderen. Ik word dan zelfs een beetje prekerig. Zorg alsjeblieft dat je daar nooit terechtkomt, het is veel erger dan je denkt.’ Ook de procedures waren wennen. Als niet-familielid zit Erika tijdens de bezoeken achter glas in een ruimte met een bewaker die alles in de gaten houdt. Ze moeten vaak praten via de intercom. De techniek is verouderd en laat het wel eens afweten. ‘Maar dat is niet zo erg. Het bureaucratische gedoe is vervelender. Het formulier dat ik vooraf moet invullen is elke keer hetzelfde, toch komen er steeds andere dingen naar boven die niet zouden kloppen. Ik heb het gevoel dat ik mensen door die bureaucratie niet te zien krijg. Een gevangene die ik één keer bezocht zei dat hij voor het eerst iemand zag. Hij had niemand van de ambassade gezien, geen vrijwilliger van Bureau Buitenland, en had wel het formulier ingevuld waarin hij toestemming gaf voor contact. Je komt er nooit achter wat er precies achter zit. Ik heb na dat ene bezoek nooit meer contact kunnen krijgen. Ook over mijn paspoort zijn er vaak vragen. Sommigen vinden het misschien gek, dat een buitenlandse vrouw op bezoek komt.’

Gevangenissen in Spanje
Spanje heeft 82 gevangenissen en rond de 56.000 gedetineerden. De gevangenissen zijn nog wel eens in slechte staat. Er zitten zo’n 120 Nederlanders vast in Spanje, Erika bezoekt er 13, vooral in het noorden. Andere vrijwilligers zorgen voor de bezoeken in de rest van het land.

Op verlof bij de priester
Het zal Erika er niet van weerhouden de Nederlanders te blijven bezoeken. ‘De bezoeken zijn altijd fijn. Je kan wel zeggen dat ze mijn leven verrijken. Dat de gedetinéérden mijn leven verrijken. Hopelijk gaat dat ook andersom op. Ik wil graag iets betekenen. Dat zit denk ik wel in mij, ik heb dat van huis uit meegekregen, en ook van de kerk. Wat niet wil zeggen dat ik tijdens de bezoeken probeer te evangeliseren… Het gaat erom dat je mensen ziet, echt ziet als mens. Ik vraag altijd hoe het is, naar familie, en soms ook hoe iemand in de gevangenis terecht is gekomen. Ik geloof dat in iedereen wel iets goeds zit. De eerste door-en-door slechte mens moet ik nog tegenkomen. Natuurlijk, ze hebben een fout gemaakt, en dat is een keuze. Maar daarmee zíjn ze nog niet fout. Mensen in de gevangenis zijn net zo gelaagd als mensen buiten. Iedereen heeft weer een ander verhaal.’
Vaak zijn de verhalen indrukwekkend. Een van de mooiste die Erika hoorde was van een Antilliaanse vrouw. Zij kreeg maar geen verlof terwijl zij er wel recht op had. ‘Ze schreef een brief aan de rechtbank en tot haar verbazing kwam er een antwoord. Zij bleek niet op verlof te mogen omdat zij geen adres had om naartoe te gaan. De rechter regelde dat zij mocht logeren bij de priester in de stad. Die bleek een gastenverblijf te hebben. En ook een oog voor wat iemand nodig heeft. Samen gingen ze de eettentjes van de stad langs omdat de vrouw erg van koken hield en aan het werk wilde als kok. Ze weet nu dat ze straks, als ze vrij is, altijd welkom is en dat ze hulp kan krijgen bij het opbouwen van een toekomst.’

‘In de gevangenis heb je meerdere levens, één daarvan is je geestelijke leven. Daar kun je je blijven ontwikkelen’

Het moeilijkste voor veel mensen, merkt Erika, is de eenzaamheid. ‘Ze hebben geen uitzicht, geen controle, en weten niet wat ze moeten doen. Er is niemand om mee te praten. Soms hebben ze een mooi leven gehad, met een huis, een partner, werk. Nu is daar niets meer van over en zijn ze ook het contact met hun familie kwijt. Of er is wel contact, maar er worden dingen verzwegen omdat de familie zich anders zorgen maakt. Voor eenzame mensen is het moeilijk om het licht in de duisternis te zien. Soms helpt het om dan even te kunnen spuien. Wat ik vervolgens vaak doe, is focussen op wat wél goed gaat. Soms vertel ik hoe anderen hiermee omgaan. Dat die hun ellende van zich afschrijven, of zijn gaan tekenen. Dat het fijn is om iemand of iets te hebben bij wie je je zorgen kunt neerleggen. Een van de mensen die ik bezoek is een moslim die weet dat hij bij Allah terechtkan voor vergeving. Deze man weet ook dat je in de gevangenis meerdere levens hebt, één daarvan is je geestelijke leven. Daar kun je je blijven ontwikkelen. Dat is voor anderen een stimulans.’ Erika glimlacht. ‘Ik ben een positieveling en geloof dat zo’n houding helpt.’

Nieuw begin
‘Binnenkort is het Kerst. In de gevangenis voelt dat vaak niet als een feest. Er is weinig te doen en veel personeel is naar huis. Daar zit je dan zonder familie. Dat is inderdaad niet leuk. Dan kan je gaan klagen, maar je kan ook proberen er iets positiefs uit te halen. In Mexico vierden wij het ook zonder familie en dat was echt een gemis. Wat ik toen bedacht is iets wat gedetineerden ook kan helpen: richt je op het idee van de adventstijd, dus de tijd voor Kerst. Dat is de tijd van verwachting, het wachten op een nieuw begin. Denk na over wat voor jou een mooi nieuw begin zou kunnen zijn.’ ■

 

Het interview met Erika Kommers verscheen in Comeback (nr 4 – 2024). Comeback is het tijdschrift voor gedetineerde Nederlanders in het buitenland en wordt uitgegeven door Stichting Epafras in samenwerking met Reclassering Nederland Bureau Buitenland, Dutch&Detained en Lawyers Across Borders.

Wilt u het werk van Erika en de ruim negentig andere vrijwilligers van Epafras mede mogelijk maken? Uw gift is meer dan welkom! Ga naar www.epafras.nl/doneer. Alvast hartelijk dank!