‘De cocaïne spoot uit de koffer, als een rookwolk.’

Sharon (22) vertrekt in december naar Brazilië. Ze is net een paar weken zwanger. De reis verloopt heel anders dan ze had verwacht. Op het vliegveld wordt hun koffer open gemaakt. 

“Ik zei nog tegen mijn vriendin: we zijn niet de lul, het komt goed. We hebben ons woordje wel klaar.” Ze moeten mee naar een speciale kamer. “Er stonden vier agenten. Toen zeiden ze gelijk: droge, droge. Ik zei ‘nee’. Je zag dat de koffers waren opgemaakt. Ze zijn een half uur met de koffers bezig geweest. En toen spoot de cocaïne eruit, als een rookwolk.”

“We hebben een sms gestuurd: Help. We zijn opgepakt. Brazilië.”

Met een auto worden ze naar het politiebureau gebracht. Agenten maken foto’s. “Met zo’n bordje met je naam erop”, zegt Sharon. De ondervraging is relaxed. “Ik heb niet de waarheid verteld. Ik dacht dat we er wel onderuit zouden komen. Mijn vriendin kwam met hetzelfde verhaal. En ze geloofden ons. Ze vonden het zelf ook erg. Ik was zwanger tenslotte! Ze zeiden tegen mij: je kan voor zoiets acht jaar krijgen. Ik schrok daarvan, dat is best lang. Maar toen zeiden ze: ‘Nee, jullie zijn onschuldig. Jullie komen snel vrij’.”

Daarna worden de twee jonge vrouwen naar een kelder gebracht met veel cellen. “Het stonk er heel erg”, herinnert ze zich nog. “In onze cel stond een hoogslaper, maar ik vond het er benauwd uit zien. Ik ben toen maar op de grond gaan slapen.” Ze krijgen droog brood met worst, een flesje frisdrank en koffie met melk.  Hun spullen worden niet gecontroleerd. Sharon en haar vriendin weten een telefoon onder hun shirt te verstoppen. “Toen ging ik bellen naar mijn ouders. Ik had weinig bereik, dus moest ik de telefoon door de tralies steken. Stond ik daar zo met de telefoon omhoog. We hebben een sms gestuurd: Help. We zijn opgepakt. Brazilië.”

Sharon kan nog steeds niet goed bevatten wat haar is overkomen. De kilo’s drugs, verstopt in haar koffer, zijn op het Braziliaanse vliegveld ontdekt. Met haar vriendin is ze opgepakt en naar het politiebureau gebracht. “Toen ik daar in het celletje zat, dat ik alleen maar: Waar ben ik beland? Eerst was ik nog wel rustig, maar toen begon ik heel hard te huilen. Ik wist het even niet meer! Wat zou er met me gebeuren? Dit is het einde gewoon,  het is klaar. Ik was net 22 en een maand, mijn leven is gewoon over.”

Benieuwd hoe het verder gaat met Sharon? Volg en deel haar verhaal! “En toen kregen we onze tenue. Oranje broekje en een oranje shirt. Verschrikkelijk. Lelijk.”