Voor mensen die in het buitenland vastzitten is het bezoek van een geestelijk verzorger vaak een stip aan de horizon. Iets om lang naar uit te kijken en nog lang aan terug te denken. Fieke Dijkstra, ‘onze vrouw in Californië’, ís zo’n stip. Een rots in de branding die je iedereen gunt.
Als Fieke Dijkstra op bezoek gaat in de gevangenissen van Californië (en soms over de grens) is ze vaak meer dan een dag onderweg. Eerst vliegen, dan rijden, vaak dwars door de woestijn over steeds legere highways. De gevangenissen liggen op een enkele uitzondering na ver van alles vandaan. De eenzaamheid buiten weerspiegelt de situatie binnen. “Het is er niet goed”, zegt Fieke. “Helemaal niet goed. Overal is het anders maar er is één constante: het is ellendig. Ik kan me nog precies de eerste keer dat ik op bezoek ging herinneren. Het was door de week. In het weekend zien bezoekers en gevangenen elkaar in de familieruimte, door de week zijn de bezoeken in de gevangenis. Ik schrok enorm. Het leek een psychiatrische inrichting van 100 jaar geleden. Veel gedetineerden hebben psychische problemen. Sommigen lagen op de grond. Er werd geschreeuwd. Er waren hekken, sleutels, het was kaal. Heel naar.”
“In een aantal gevangenissen is er veel geweld en moeten mensen constant op hun hoede zijn. Er zijn altijd irritaties. Mensen zitten op elkaars lip. In sommige gevangenissen zitten twee mensen in een cel, in andere zijn er kleine of grote slaapzalen met stapelbedden. Gedetineerden zijn nooit alleen, tenzij ze in de hole zitten, eenzame opsluiting, waar het helemaal afschuwelijk is. De straffen zijn bovendien lang. Bijna iedereen die ik bezoek zit 20 jaar of langer. Sommigen levenslang, één iemand weet dat hij nooit gratie zal krijgen. Die weet dus dat hij in de cel zal sterven.”
Hoe kun je mensen helpen die het zo zwaar hebben?
“De bezoeken doen veel. Ik zie mensen minimaal twee keer per jaar, soms vaker, afhankelijk van de situatie. Als ik kom, kom ik alleen voor die ene persoon. Voor sommige gedetineerden ben ik het enige bezoek dat ze nog krijgen. Ik mag lang blijven, vaak vier uur. Dan hoor je veel, hoor! Zij praten, ik luister. De tijd vliegt altijd voorbij. Als ik er tussen de middag ben eten we samen. Ik heb altijd een zak met kwartjes bij me voor de automaat. Zij kiezen. Ze vinden het geweldig om samen te eten. Met alle gedetineerden die ik bezoek schrijf ik ook. Dat komt goed uit, nu we door het coronavirus niet op bezoek mogen. Ik krijg nu extra veel post… Heel soms gaat het schrijven door als ze al uit de gevangenis ontslagen zijn. Als mensen het willen gaat het contact door. Een man die anderhalf jaar geleden vrij is gekomen zie ik nog weleens. Hij woont in San Diego. De meeste Nederlanders die vrijkomen moeten het land uit.”
Soms gaat het nog verder. Eén van de zeven gedetineerden die Fieke bezoekt heeft een oude moeder die in Nederland woont. Deze moeder kan niet alleen reizen en spreekt ook geen Engels. Door Fiekes toedoen zou de moeder tóch op bezoek gaan bij haar zoon. Ze had ervoor gezorgd dat er geld werd ingezameld voor een ticket, en zou als haar begeleider optreden. “Zou. Want door corona ging het niet door. De reis moest worden uitgesteld, heel verdrietig. Deze mevrouw is 86. Haar zoon zou haar heel graag nog zien, en zij hem.”
Met een andere man werkt Fieke aan een boek. “Hij zit al 36 jaar vast. Het boek is echt een samenwerkingsproject. Hij vertelt over zijn leven, ik reageer op zijn verhalen. We schrijven dus allebei. We delen veel. Zo hebben we ongeveer dezelfde achtergrond. Allebei zijn we jaren geleden naar de VS vertrokken. Alleen ging bij mij alles goed en bij hem alles fout. Ik heb alles wat hij niet heeft. Het boek helpt hem. Ik vroeg letterlijk aan hem: wat houdt je gaande? Hij zei dat hij wel zou willen schrijven maar niets had om over te schrijven. Toen zei ik: ‘we hebben hier nu drie uur zitten praten en al die tijd had je wat te vertellen! Jouw leven is boek waard.’ Het idee vond hij fantastisch. Het boek is ook een aanklacht tegen het systeem en een pleidooi voor gerechtigheid.
Wat is de essentie van de gesprekken?
“Net als in mijn werk als fysiotherapeut voor ouderen gaat het om het luisteren, het ontdekken van essentiële kleuren. Niemand komt bij mij met alleen een zere knie. Er is altijd een verhaal. In de gevangenis moeten mensen op hun hoede zijn én zijn ze nooit alleen. Veel mensen houden daarom dingen verborgen. Menselijke dingen. Soms willen mensen alleen maar weg, maar er is geen keus. Dat doet pijn. Iemand vertelde dat hij alleen onder de douche huilde. De emoties zijn er natuurlijk wél! Ik probeer te helpen bij het vinden van hun true self, hun ware ik. Het gaat erom hún kleuren boven water te halen. Ik leg niemand iets op. Een iemand is Hebreeuws aan het leren. Met hem praat ik (onder andere) over bijbelteksten. Weer een andere man wil bidden.”
“Tijdens de gesprekken komt naar boven wat werkelijk van belang is. En weet je wat leuk is? In iedereen zit iets moois. De mensen waar ik nu bij op bezoek ga, blijken allemaal iets bijzonders te kunnen! Ze zijn dichter, filosoof, schrijver, meubelmaker, schilder en tekenaar. De schilder maakt van elke brief een schilderijtje. Bij iedereen zie ik ontwikkeling. Eén man is gaan zingen. Een andere is studenten gaan helpen. Studenten die cursussen doen in de gevangenis. Hij heeft een goede plek gevonden voor zichzelf. Dat is heel belangrijk, ondanks het uitzichtloze iets vinden. Veel hangt van de situatie af. Maar ook al is de gevangenis beperkt, er zijn altijd mogelijkheden. Je moet een eigen leven zien op te bouwen. Als dat lukt is dat heel mooi om te zien.”
Hoe is het voor jezelf?
Het is enorm intensief! Daarom ben ik blij dat ik lang moet rijden of vliegen, want dan kan ik mezelf ‘debriefen’. Onderweg draai ik de film in mijn hoofd van het bezoek af. Het is goed de tijd te nemen om de verhalen te verwerken. Als ik in een hotel overnacht, zorg ik goed voor mezelf. Ik ga nooit in een restaurant eten maar koop wat in een supermarkt en eet dat op in mijn hotelkamer. De rest van de avond is voor mij! Ik neem bijvoorbeeld een lang bad. Meestal, of eigenlijk altijd, ben ik alleen op pad. Mijn man is één keer mee geweest, maar hij heeft er niets aan als ik een paar uur in de gevangenis ben en hij niet op het parkeerterrein mag blijven. Het heeft ook weinig zin een ticket te kopen naar een bestemming waar niets is.”
“Het is intensief, maar de bezoeken zijn de inspanning meer dan waard! Drie jaar geleden werd ik gevraagd dit werk te gaan doen – een bekende werkt voor Epafras en dacht dat het wel iets voor mij zou zijn. Ik was nog nooit in een gevangenis geweest, maar ik wist meteen dat het klopte. Ik doe nu eigenlijk wat ik mijn hele leven al heb willen doen. Ik heb altijd theologie willen studeren, maar mijn ouders vonden dat niet praktisch. Uiteindelijk ben ik dat jaren later toch gaan doen, ik dacht voor de lol. En nu ben ik geestelijk verzorger. Zonder te overdrijven kan ik zeggen dat dit het beste is wat me is overkomen.”
Fieke Dijkstra (65) is fysiotherapeute en geestelijk verzorger. Ze woont sinds 1984 in Californië. In het dagelijks leven werkt ze vooral met ouderen. Niet alleen om hen fysiek beter te maken maar ook om ze op het spirituele vlak te helpen. Als vrijwilliger voor Epafras bezoekt Fieke Nederlanders in de gevangenissen van Californië en soms ook in Texas en Nevada. Velen van hen zitten 20 jaar of langer. Vaak praat ze uren met ze. Ze ziet hen minimaal twee keer per jaar, soms vaker, afhankelijk van de situatie.