Project Noodhulp Epafras: De Steunpilaar

De stichting Epafras bezoekt al meer dan 35 jaar Nederlandse gedetineerden in het buitenland. Vrijwilligers van Epafras bieden hen geestelijke verzorging en waar mogelijk praktische ondersteuning. Epafras biedt hen een gesprek met een geestelijk verzorger, een dominee of een pastor die  Nederlands spreekt, naar hen luistert en, als ze dat willen, met hen bidt.

Daarnaast biedt Epafras diaconale ondersteuning, geeft het tijdschrift de Comeback uit en correspondeert met een groot aantal gedetineerden. Het bezoekwerk wordt gedaan door (professionele) vrijwilligers, die dikwijls wonen en werken in de landen waar de gedetineerden vastzitten. Professionele vrijwilligers zijn predikanten, pastores, geestelijk verzorgers en kerkelijk werkers die zich wegens hun eigen werk of een opdracht van een kerkelijke- of ontwikkelingsorganisatie in een bepaald land gevestigd hebben. In hun vrije tijd bezoeken zij Nederlandse gedetineerden.

Behalve geestelijke zorg biedt Epafras ook diaconale steun aan gedetineerden en hun familie. Dat kan gaan om medicijnen, soms wat voedselhulp of artikelen voor persoonlijke verzorging. Ook geven we – op verzoek- Bijbels of andere boeken. Soms worden mensen vrijgelaten die terug willen keren naar Nederland en daarvoor geen middelen hebben. Epafras helpt in dergelijke situaties met een ticket en soms wat zakgeld voor de eerste periode. Bij terugkeer is de eenzaamheid soms groot, zeker als het contact met familieleden verwaterd of verbroken is.

Trudy vertrok twintig jaar geleden naar Peru voor een paar weken vakantie met vrienden.  Haar jonge kinderen logeerden bij haar zus. Op de terugreis werd ze op het vliegveld aangehouden met drugs in haar koffer.  Ze werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar. Na haar vrijlating moest ze nog een boete betalen. Daar had ze geen geld voor. Ze ging werken in kleine baantjes en verdiende net genoeg voor onderdak en wat eten. Ze had contact met haar zus die nog steeds voor haar kinderen zorgde. De zus drong aan op haar terugkeer en Epafras bood aan om te helpen. Eén keer probeerde ze het, maar werd ze weer opgepakt omdat ze de boete nog niet betaald had. De teleurstelling was groot, ook bij haar familie. Trudy hield contact met Epafras en de ambassade, steeds met de aankondiging dat ze een keer terug zou gaan. Maar met het verstrijken van de jaren werd het moeilijker, ook omdat de familie haar opgegeven had en geen contact meer zocht.  Toen de coronacrisis uitbrak raakte Trudy haar werk kwijt en kon ze de huur niet meer betalen. Ze stond op straat. Epafras bood nogmaals aan om haar te helpen met terugkeer. Ze zag het als haar laatste kans en ze waagde de sprong. Epafras betaalde haar ticket en hielp haar de eerste dagen met wat geld voor opvang en eten. Bij haar familie kon ze niet terecht, uiteindelijk wel bij de daklozenopvang. Die hielpen haar met haar inschrijving in de gemeente, een ID en aanmelding voor huisvesting.  Ze hoopt op een seniorenwoning. En dat de familie het dan aandurft om ook weer eens langs te komen.