“Na mijn straf naar Nederland: Ik was er nog nooit geweest!”

Mike vult zijn dagen in de cel met koken voor andere gedetineerden. Ondertussen denkt hij na over zijn leven na zijn gevangenisstraf. Zijn oude leventje oppakken wil hij niet. Maar in Nederland kent hij niemand.

Familie heeft hij er niet en hij spreekt geen woord Nederlands. “Ik was er zelfs nog nooit geweest!”, vertelt Mike. “Maar ik kwam in de gevangenis in contact met een Nederlandse organisatie, die mij kon helpen met een echte nieuwe start.”

Struikelblok: Nederlands

Wanneer hij uit de gevangenis komt, besluit hij zijn plan uit te voeren. Bij een universiteit volgt hij een taalcursus, maar de taal blijkt ‘absoluut mijn grootste struikelblok’. Hij zakt voor het examen, en probeert de taal eigen te maken door bijles te blijven nemen. Het zet weinig zoden aan de dijk. “Het is niet zo dat ik me niet goed kan redden”, vertelt Mike. “Veel Nederlanders spreken Engels. Ik versta ook heel veel en dat levert soms leuke situaties op. Veel mensen denken dat ik geen Nederlands begrijp”, zegt hij lachend.

Minder chaos

In Nederland vindt hij snel een baan: als kok in een provinciestad. Bewust stopt hij niet in grote steden zoals Amsterdam en Rotterdam. “In een kleinere stad heb je meer kansen en mogelijkheden. Je hebt daar ook minder de chaos en de verleiding van de grote stad.” Zijn proefperiode komt hij goed door en al snel geeft hij leiding aan een team in de keuken. Het Nederlandse keukenjargon moet hij nu snel eigen maken. In de hectiek van het bereiden van eten is het zaak om je collega’s goed te kunnen begrijpen. En daar ging het mis.

Chef-kok

Na een conflict besluit Mike ontslag te nemen. “Onhandig”, zegt hij nu. “Ik wist niet hoe het hier werkt. Nu weet ik dat je nooit ergens weg moet gaan, als je niet iets anders kant en klaar geregeld hebt.” Na een paar maanden vindt hij een nieuwe plek in de keuken. En deze keer groeit hij uit tot chef-kok.