Hannie Riksen bezoekt circa 70 Nederlanders die in de Dominicaanse Republiek een jarenlange straf uitzitten. De mensen krijgen zelden bezoek. “Er zijn schrijnende gevallen”, vertelt ze. “Er zitten nu twee mensen die je terminaal kunt noemen. Er is geld nodig voor een operatie voor een liesbreuk, maar dat geld is er niet. Daar kun je aan overlijden. Als je te weinig contact hebt met familie en zij geen geld meer sturen, dan ben je ten dode opgeschreven. Als je gevangenisstraf toch een soort doodstraf wordt, klopt er iets niet.”
De Nederlandse overheid is niet verplicht om medische zorg te verlenen, vertelt ze in het radioprogramma. Dat is de verantwoordelijkheid van het land waar de mensen gevangen zitten. “Maar als een land het laat afweten, vind ik dat inhumaan.”
Ze vertelt dat door bezuinigingsrondes bij de overheid ook het aantal bezoeken aan Nederlandse gedetineerden is teruggeschroefd. “Voorheen kregen de mensen eens per maand bezoek van iemand van de ambassade. Nu is dat vier keer per jaar.” Eigenlijk is een keer per jaar verplicht, vertelt ze. “De ambassade doet meer dan genoeg.” In Europa is de geestelijke zorg helemaal afgeschaft. “Uit humanitair oogpunt vind ik dat niet kunnen. Overal hangt een prijskaartje aan en de overheid vindt deze zorg niet meer nodig. Maar ja, je kunt niet vechten tegen de bierkaai.”
Ook voor Romano van der Dussen wijst op hoe belangrijk humaniteit is. Hij stelt dat de Nederlandse overheid zich verschuilt achter beleidskaders. “Ze gaan voorbij de waarde van de mens. Mijn leven heeft waarde. Niet alleen voor mij, maar ook voor mijn familie.”
Wil je meer horen over de ervaring van Hannie Riksen? Hier vind je de radio-uitzending over de vraag of Nederland genoeg doet voor Nederlanders in buitenlandse gevangenissen. Ook hebben we blogs over haar ontmoetingen met Nederlanders in de Dominicaanse Republiek.