Verhaal

Troostend gesprek

Anderhalf jaar geleden verhuisde ik met mijn gezin naar Engeland. Mijn man kreeg een aanstelling als dominee van de Nederlandse Kerk in Londen. Het was een ingrijpende beslissing. We moesten afscheid nemen van leuke en betrokken mensen en ik nam afscheid van mijn baan als Geestelijk Verzorger in de Psychiatrie. Ik was ontzettend blij dat iemand mij wees op de mogelijkheid om voor Epasfras aan de slag te gaan nu ik in het buitenland woon. En nadat alle kinderen hun draai hadden gevonden op school en ik een plek had gevonden voor onze jongste zoon op een pre-school, heb ik een brief geschreven naar Epafras.

Nu bezoek ik sinds een jaar mensen die gedetineerd zijn in Engeland. Het is unieke ervaring om als Prison Chaplain mensen te mogen op zoeken in alle uithoeken van dit land. Het is ook iedere keer een beetje spannend. Ik ben soms meerdere uren onder weg om iemand op te zoeken en er bestaat een kans dat iemand geen behoefte heeft aan een gesprek, of dat het gesprek niet wil vlotten omdat het tussen mij en de ander niet klikt. Gelukkig is het tot nu toe iedere keer goed gekomen. Als ik bij iemand op bezoek ben, geniet ik van het spel waarin wij als gespreksgenoten elkaar aftasten. Wie is die man of vrouw tegenover mij? Wat komt zij doen? Wat zal ik haar wel vertellen en wat niet? Mensen hebben soms veel meegemaakt. Veel mensen zitten vast na een drugsdelict. Ze zijn verraden, aangehouden, tegen de lamp gelopen. En het leven in de gevangenis maakt ook dat je op je hoede bent, voortdurend waakzaam en de situatie inschattend.

Bijzonder vond ik een gesprek met een man die in eerste instantie een afwachtende houding aan nam. Vragen beantwoordde hij kort en hij ging met een grote boog om de inhoud van zijn delict heen. Het voelde een beetje alsof we samen in een labyrint liepen. We begonnen in grote, omcirkelende bewegingen, om steeds dichter naar het midden te gaan en uiteindelijk vertelde hij openlijk over zijn aandeel in het delict waar hij nu voor vast zat.

Ik realiseerde mij weer eens dat je in het pastoraat ook iets te verdienen hebt. Je wordt als pastor niet zomaar binnengelaten, en terecht. Je mag laten zien en voelen dat je het waard bent. Dat je als pastor iets te bieden hebt, dat je te vertrouwen bent en dat je iemand het goede toewenst. Dat het gesprek troostend kan zijn en een mens aan het licht brengt. En als ik na een goed gesprek weer buiten de muren van de gevangenis sta, dan ervaar ik het werken voor Epafras weer als een voorrecht.

Talitha Frohn is Geestelijk verzorger in Engeland

Geplaatst op: 2 mei 2019